Harry Potter and the cursed child. Parts one and two
J.K. Rowling
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Harmonie, 2009 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : TAAL EN VERHAAL : VERHALEN : ROWL |
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
2 items aanwezig |
De Harmonie, 2009 |
JEUGD : VERHALEN BLAUW (12-14 J.) : ROWL |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Harmonie, 2009 |
JEUGD : VERHALEN BLAUW (12-14 J.) : ROWL |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Harmonie, 2009 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : ROWL |
31/12/2009
Auteurs van bestsellers zoeken wel vaker manieren om munt te blijven slaan uit hun succesreeks(en). Philip Pullman deed een wat vergeefse poging met Het Oxford van Lyra, dat begin dit jaar in vertaling verscheen bij Prometheus, maar geen onverdeeld succes was. En ook J.K. Rowling probeert fans van Harry Potter nog wat langer te laten genieten van haar fictieve tovenaarswereld. De opbrengsten van haar drie spin-offs gaan echter integraal naar goede doelen. Zwerkbal door de eeuwen heen en Fabeldieren en waar ze te vinden (beide De Harmonie, 2001) schreef Rowling voor de Britse liefdadigheidsinstelling Comic Relief en met haar recentste boek De vertelsels van Baker de Bard steunt de schrijfster de Children's High Level Group. Van het boek bestonden aanvankelijk slechts zeven exemplaren, die door Rowling zelf met de hand zijn geschreven en geïllustreerd. Nadat één van de exemplaren 2,4 miljoen euro opbracht voor een goed doel, oefenden fans wereldwijd druk uit op Rowling om het boek beschikbaar te maken voor een groter publiek.
Goed doel of geen goed doel, Rowling laat de kans niet liggen om in haar nieuwe boekje lezers te winnen voor de rest van haar reeks. Wie Professor Perkamentus' aantekeningen bij de vertelsels ten volle wil appreciëren, moet Fabeldieren en waar ze te vinden er af en toe op naslaan en Rowling richt zich in haar inleiding al onmiddellijk, bijna samenzweerderig, tot "de lezers van alle zeven boeken over het leven van Harry Potter". Dat de schrijfster een neus heeft voor marketing is duidelijk. Eén van de vijf 'toversprookjes' die haar recentste boek rijk is ? 'Het verhaal van de drie gebroeders' ? maakt ook integraal deel uit van het laatste deel van haar reeks over de tovenaarsleerling Harry Potter, Harry Potter en de relieken van de dood (De Leeswelp 2008, nr. 1, p. 35). De vertelsels van Baker de Bard is het boek dat Perkamentus naliet aan Hermelien om Harry Potter te helpen bij het overwinnen van kwaadaardige Voldemort. Hermelien zorgde voor een vertaling van het boek uit de oorspronkelijke runen, Rowling voegde illustraties, extra voetnoten en Perkamentus' aantekeningen toe. Wiebe Buddingh', de vertaler van de hele Harry Potter-reeks, zorgde opnieuw voor een vakkundige vertaling die de vele woordgrapjes tot hun recht laat komen.
Perkamentus' aantekeningen zouden
qua lay-out en opzet perfect in een academisch vaktijdschrift voor sprookjesonderzoek passen. Maar inhoudelijk zijn de commentaren vaak ironische knipogen naar het hele academische discours. Zo wordt er in voetnoten humoristisch verwezen naar andere werken die de geïnteresseerde lezer van Perkamentus' aantekeningen zeker moet lezen, zoals "Harige snuit, Menselijk Hart, een hartverscheurend relaas over de eenzame strijd van één man met zijn weerwolf-zijn". En de wijze woorden van andere 'experts' ter zake worden geciteerd. Zo beweert "de eminente toverwijsgeer Bertrand de Pensées-Profondes" over het herenigen van lichaam en ziel na de dood: "Laat maar zitten. Het lukt toch niet."
Ook in het woordgebruik van Perkamentus alludeert Rowling op academische artikels. De toveraar goochelt met woorden als 'stereotype', 'eminent', 'clandestien' en 'dichterlijke vrijheid'. Maar hoewel Perkamentus ongetwijfeld een deskundige ter zake is, moedigt Rowling haar oplettende lezers aan om niet zomaar alles wat zwart-wit op papier staat te geloven. In een voetnoot bestempelt Perkamentus zichzelf niet alleen onmiddellijk als "één van de briljantste tovenaars ter wereld", wat al direct argwaan zou moeten wekken, zijn interpretatie van het eerste sprookje in de reeks stemt niet overeen met de eigenlijke inhoud ervan. 'De tovenaar en de hinkelpan' gaat over een tovenaar die weigert zijn buren magische hulp te bieden. Als straf wordt hij dag en nacht achtervolgd door de toverpan van zijn vader die onophoudelijk alle klachten van de zieke dorpsgenoten articuleert. Uit eigenbelang, omdat hij het lawaai beu is, besluit de jonge tovenaar de mensen uiteindelijk dan toch te helpen. Volgens Perkamentus krijgt de jongeman echter "gewetenswroeging".
Rowling wil haar lezers duidelijk aanzetten voor zichzelf te denken, niet zomaar alles wat 'deskundige' volwassenen beweren te slikken voor zoete koek. Jonge lezers kunnen bovendien echt wel zelf uitmaken welk soort verhalen ze willen en kunnen lezen. Die mening lijkt ook Perkamentus toegedaan. Hij is duidelijk niet al te opgetogen met volwassenen die bepalen wat kinderen al dan niet aankunnen, hoewel de professor te allen tijde objectief blijft. De geciteerde passage uit Clara Klefkens' "pure en reine bewerking" spreekt echter boekdelen: "En Jannemans kuste en knuffelde de hinkelpan en beloofde om de poppen voortaan altijd te helpen en nooit meer een knorrepotje te zijn." Positieve verhalen over Dreuzels (mensen zonder magische krachten) en sprookjes met gruwelijke onderwerpen worden door volwassen heksen en tovenaars vaak slecht onthaald, terwijl toverkinderen zeemzoeterige bewerkingen van de sprookjes "met onbedwingbare braakneigingen" ontvangen. De bezwaren die in de toverwereld door de eeuwen heen geopperd werden tegen de 'toversprookjes', lijken verdacht veel op de kritiek op het sprookje van critici en pedagogen uit onze werkelijkheid, met name van voorstanders van een verlicht opvoedingsideaal. Waar volwassen heksen en tovenaars niet te spreken waren over de aanwezigheid van goede Dreuzels in de toversprookjes, stuitten de gruwelijke en/of magische verhaalelementen uit de sprookjes van Perrault heel wat volwassen Dreuzels tegen de borst. De ingenieuze omkering die Rowling hier maakt, houdt voor zulke enggeestige Dreuzels een niet mis te verstane boodschap in.
Hoewel Perkamentus in zijn aantekeningen best wel wat zinnigs te zeggen heeft, zijn zijn uitweidingen niet altijd even relevant of nuttig. Het valt op dat Rowling af en toe wat meer stof nodig had om haar dunne boekje vol te krijgen. Bladvulling is ook het grootste deel van de 'Inleiding', waarin Rowling beweert dat "de heksen van Baker veel actiever op zoek gaan naar hun fortuin dan onze sprookjesheldinnen", maar in werkelijkheid kapen ook in deze 'toversprookjes' vooral mannen de hoofdrollen weg. Rowlings sprookjes vertonen bovendien opvallende parallellen met een aantal bekende 'Dreuzelverhalen' zoals Geoffrey Chaucers 'The Pardoner's tale' uit The Canterbury tales en Hans Christian Andersens 'De nieuwe kleren van de keizer'. Maar het 'toverelement' dat de schrijfster aan deze klassiekers toevoegt, geeft ze wel een nieuwe, frisse wending, zonder hun boodschap teniet te doen of ze openlijk moraliserend te maken.
Met De vertelsels van Baker de Bard schreef Rowling niet een zoveelste spin-off. Het dunne boekje geeft stof tot nadenken, voor de jongere lezer die de toversprookjes kan lezen in het licht van gekende Dreuzelsprookjes maar ook voor de meer belezen lezer die de sprookjes kan plaatsen tegenover een heel corpus van Dreuzelsprookjes
(bewerkingen) en -kritiek.
[Lien Fret]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.