In dit relatieverhaal huren twee bevriende koppels, begin de veertig, een villa aan de Italiaanse kust om er de zomer samen door te brengen. De spanningen in en tussen de stellen escaleren wanneer David, een prachtige jongen met het uiterlijk van een Griekse god, arriveert om zijn achttiende verjaardag te vieren.
De blinde Italiaanse kapitein Fausto wordt door de jonge soldaat Giovanni vergezeld naar Napels, waar hij een oude – ook blinde – vriend wil bezoeken. Giovanni is het doelwit van de woede-uitbarstingen van de verbitterde oude man. Ciccio – zo noemt hij Giovanni – moet niet alleen precies de vrouwtjes beschrijven die Fausto dankzij hun parfum ruikt, hij moet ook een geschikt hoertje gaan zoeken.