Judith (begin twintig) besluit voorlopig Nederland vaarwel te zeggen en vertrekt, in de jaren zestig, naar een toen nog ver en onbekend land: Tunesië, waar zij gaat werken in een tehuis voor delinquente meisjes. Jong, onervaren en onbekend met de islamitische cultuur, gaat zij op een onbevangen en natuurlijke manier met de meisjes om, maar wordt daarbij ook regelmatig geconfronteerd met cultuurverschillen.