De vriendschap tussen twee meisjes, Sylvie - alter ego van Simone de Beauvoir - en Andrée die elkaar leren kennen op een katholieke meisjesschool als zij beiden 9 jaar zijn.
Via het louter fysieke, een rauw beschreven bevalling, seks en drugs analyseert het hoofdpersonage haar onerliggende luikjes, haar oersoep, het bovenzinnelijke.
Beschrijving van de beklimming van de Sass Songher en van de gevoelens en gedachten die dat bij de schrijfster teweegbracht, als kind en als volwassene.
Een vrouw verlaat op een winteravond het Brusselse appartement waar ze met haar jeugdliefde woont en zwerft veertig dagen door de stad, terwijl ze nadenkt over haar leven en haar relatie.
Visies vanuit verschillende invalshoeken op de vrouwelijke geslachtsdelen, onder meer vanuit medisch, seksueel, psychologisch en kunstzinnig perspectief.
De vriendschap tussen twee meisjes, Sylvie - alter ego van Simone de Beauvoir - en Andrée die elkaar leren kennen op een katholieke meisjesschool als zij beiden 9 jaar zijn.