Ze hielden van elkaar zoals mensen van elkaar houden op dertienjarige leeftijd: opstanden, nieuwsgierigheid, hoop, twijfels, meisjes, dromen van roem, ze deelden alles. Paul is rijk. Emile is arm. Ze verlaten Aix en trekken naar Parijs. Ze doordringen de intimiteit van Montmartre en de Batignolles. Beiden bezoeken ze dezelfde plaatsen, slapen met dezelfde vrouwen, spugen op de burgers die het goed stellen, baden naakt, hebben soms grote honger en eten daarna te veel, drinken absint, tekenen overdag modellen die ze 's nachts strelen en reizen dertig uur met de trein voor een zonsondergang te bekijken... Vandaag is Paul een schilder. Emile is een schrijver. De eer is aan Paul voorbijgegaan: hij kende weinig succes. Emile daarentegen heeft alles: roem, geld en een perfecte vrouw waarvan Paul ooit ook heeft gehouden. Zij uiten hun mening over elkaar, bewonderen elkaar en concurreren. Vervolgens verliezen ze elkaar uit het oog en vinden daarna elkaar terug, zoals bij een koppel waarbij de liefde nooit verdwijnt.
Schilder Paul Cézanne en schrijver Émile Zola waren jeugdvrienden maar hun levens zijn verschillend verlopen: de ene is nu arm en onbekend, de ander rijk en beroemd.