Als haar vader, samen met het gezin dat bij hen onderdook, tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt opgepakt, wordt een negenjarig meisje ondergebracht in Het Verscholen Dorp bij Nunspeet.
In de woelige jaren tachtig leert de opgroeiende Katrien een heel andere kant van haar geliefde Zuid-Afrika kennen. Als een Tolbossie, ontworteld en door de wind voortgedreven, zwalkt ze heen en weer tussen haar politieke overtuiging en haar liefhebbende, maar oerconservatieve familie.
Een Engelse jongen en een Duitse man van middelbare leeftijd, beiden getekend door de Tweede Wereldoorlog, reizen af naar Zuid-Afrika in de hoop daar een bestaan op te bouwen.
De slagschaduw van de Tweede Wereldoorlog valt niet alleen over Europa, maar verspreidt zich tot diep in Zuid-Afrika. De politieke tegenstellingen in dat land ontwrichten ook het hechte Afrikaner gezin Fourie. De sfeer in huis wordt om te snijden. De gevoelige Klara, die een goede vriend verloor bij de slag om El Alamein, probeert de vrede in haar familie te bewaren.
In Johannesburg, in het begin van de jaren '30, wil de dochter van een steenrijke mijndirecteur haar studie afronden met een veldonderzoek in de sloppenwijken van de arme blanke Afrikanen.
In het 16e eeuwse Venetie͏̈ mag een joodse vroedvrouw geen christelijke vrouwen van dienst zijn, toch roept een christelijke edelman haar hulp in als zijn vrouw in het kraambed dreigt te overlijden.
Een intelligent, arm Zuid-Afrikaans meisje krijgt rond 1939 de kans om door te leren. Als advocate zet zij later haar reputatie op het spel bij haar verzet tegen de Apartheids-wetten.
Lettie Louw keert terug naar haar Zuid-Afrikaanse geboortedorp, waar ze de huisartsenpraktijk van haar vader overneemt. Een van haar patiënten is de Italiaanse Marco Romanelli, die gezondheidsproblemen heeft opgelopen in een concentratiekamp. Lettie en Marco worden verliefd, maar dan breekt er polio uit.
Een Duits meisje van zeven overleeft een sprong uit de trein die haar en haar familie naar Auschwitz zou brengen. Deze gebeurtenis is van grote invloed op haar verdere leven.
Een klein meisje in Zuid-Afrika eind 19e eeuw offert zich tijdens een ijzige sneeuwstorm in de Drakensbergen op om haar jongere broertje van de vriesdood te redden.
De slagschaduw van de Tweede Wereldoorlog valt niet alleen over Europa, maar verspreidt zich tot diep in Zuid-Afrika. De politieke tegenstellingen in dat land ontwrichten ook het hechte Afrikaner gezin Fourie. De sfeer in huis wordt om te snijden. De gevoelige Klara, die een goede vriend verloor bij de slag om El Alamein, probeert de vrede in haar familie te bewaren.
In de woelige jaren tachtig leert de opgroeiende Katrien een heel andere kant van haar geliefde Zuid-Afrika kennen. Als een Tolbossie, ontworteld en door de wind voortgedreven, zwalkt ze heen en weer tussen haar politieke overtuiging en haar liefhebbende, maar oerconservatieve familie.