Niet lang na de Duitse hereniging reist de ik-figuur, een beroemde schrijfster die bekendstond als kritisch jegens het communistische regime, voor een studieverblijf naar Los Angeles. Officieel met het doel onderzoek te doen naar een in de jaren dertig geëmigreerde vrouw. Maar in haar bagage zit ook een klein dossier, waarvan ze weet dat het in haar land van herkomst grote ophef zal veroorzaken. Uit dat dossier blijkt dat ze in haar jonge jaren, in de jaren vijftig, korte tijd als informant voor de geheime dienst heeft opgetreden.
Spionageaffaires uit vooral de jaren zeventig en tachtig van Oost-Duitse, Hongaarse en Roemeense spionnen in Brussel, waar het hoofdkwartier van de NAVO en de kantoren van de Europese Unie zijn gevestigd.
Oost-Duitsland, 1987. De staat dringt binnen in ieders privéleven. Zo wordt het pasgeboren kindje van de jonge kapster Valentina weggehaald voordat ze het heeft kunnen zien of aanraken. De volgende dag hoort ze dat de baby is gestorven. De jonge moeder is ontroostbaar. Twintig jaar na de val van de Berlijnse Muur slaat Valentina's berusting om in twijfel. Is haar kind echt niet meer in leven of hebben de dokters gelogen? De kapster gaat op zoek.
Persoonlijk verslag van de verwoestende invloed die de Oost-Duitse geheime dienst Stasi uitoefende op het gezin van een DDR-auteur die in 1977 naar West-Duitsland emigreerde.
Een Nederlandse journalist die in Berlijn bezig is met een opzienbarende zaak, verongelukt plotseling. Een jonge vrouwelijke collega zet zijn werk voort.
In 1956 zien twee Oost-Duitse scholieren tijdens hun bezoek aan een bioscoop in West-Berlijn beelden van de Hongaarse opstand. Uit protest organiseren ze in hun klas een minuut stilte wat verregaande gevolgen heeft.