Een jaar na de tsunami in Japan vindt Dorian (18, ik-figuur) op het strand van Middleton Island (Alaska) een bal met een Japanse tekst. Hij gaat op zoek naar de eigenaar. Een magisch-realistisch verhaal.
Borr (17, ik-figuur) gaat met zijn pas gescheiden moeder op vakantie naar Lapland. Hij ontmoet de zwakbegaafde Sune (17), en er ontstaat een soort vriendschap tussen hen.
Een 18-jarige jongen is een buitenbeentje. Hij ontmoet een meisje en ze worden verliefd. Al gauw blijkt dat ze beiden belet worden voluit te leven en hun dromen waar te maken.
Shanti groeit op in een Indiase tempel, waar haar moeder haar na de geboorte heeft afgestaan. Mandhar, leerling priester, mag haar niet. De gids Aravind biedt Shanti troost en een leven buiten de tempel, maar Mandhar heeft een toekomst als tempeldanseres voor haar in gedachten.
Het leven van Mette wordt overhoop gehaald als haar vader verdwijnt. Hij lijkt van de aardbodem verdwenen. Moeizaam hervatten moeder en dochter hun alledaagse bestaan. Mette wacht ook op de ware. Al haar vriendinnen hebben iemand. Zij heeft alleen Peer, haar buurjongen en allerbeste vriend. Maar Peer heeft zijn hart en zijn hoofd vol van wielrennen. En van Sil, haar beste vriendin. Na negen maanden duikt haar vader uit het niets weer op. Hij ziet er niet alleen helemaal anders uit, hij lijkt ook een totaal ander mens geworden. Mette is boos, verward, maar ook nieuwsgierig. Wat is er gebeurd waardoor hij haar en mama al die tijd zonder taal of teken ongerust heeft laten wachten?