Engeland, 1924: het 24-jarige dienstmeisje Jane gedraagt zich soms frivool maar is daadwerkelijk bezig met zelfontplooiing wat resulteert in een carrière als schrijfster.
Frieda, midden dertig, psychoanalytica, heeft een eigen praktijk, woont alleen, wandelt graag 's nachts door Londen en heeft net een nieuwe relatie. Als een van haar patiënten haar over zijn fantasiezoon vertelt, een klein roodharig jongetje, en er precies zo'n jongetje verdwijnt, verbreekt ze haar beroepscode en schakelt de politie in. Hoofdinspecteur Karlsson neemt het echter niet serieus tot er een link blijkt te zijn met de nooit opgeloste verdwijning van een klein meisje twintig jaar eerder. Hij vraagt Frieda de zus van het slachtoffer van toen te interviewen
Nadat een Amerikaans meisje en haar paard bij een ongeluk ernstig gewond zijn geraakt, roept haar moeder de hulp in van de eigenaar van een paardenkliniek.
Hoofdinspecteur Karlsson krijgt een telefoontje van een sociaal werkster, die bij een verwarde cliënte het lijk heeft aangetroffen van een naakte man die al weken eerder moet zijn overleden. Karlsson schakelt psychotherapeute Frieda Klein in om met de verwarde vrouw te gaan praten. Al gauw wordt duidelijk dat de man is vermoord en een gestolen identiteit had.
Een moeder bekoopt haar geheim met de dood. Inspecteur Karlsson roept de hulp in van psychoanalytica Frieda Klein bij het ontrafelen van de zaak. Klein stemt toe, maar heeft de grootste moeite om zichzelf overeind te houden na een traumatische ervaring.
Een jongeman weet niet of hij de verhalen van zijn moeder over de misdaden waar ook vader bij betrokken zou zijn moet geloven of niet en gaat zelf naar Zweden om dit te onderzoeken.
Na de dood van Stalin schrijft Chroesjtsjov een brief waarin hij verklaart dat er fouten zijn begaan en onschuldige mensen zijn veroordeeld, hetgeen een opstand van de slachtoffers veroorzaakt.
De lotgevallen van een man in een alternatieve toekomst, waarin Duitsland en Japan de Tweede Wereldoorlog hebben gewonnen en de Verenigde Staten hebben bezet.
Stel dat je een dineetje geeft en een vriend van een vriend brengt een onbekende mee. De man lijkt een aangename gast. Stel dat deze onbekende halverwege de avond naar boven gaat en zich opsluit in een van jouw slaapkamers. En er niet meer uit komt. Stel dat je hem daar een paar dagen-, weken-, maandenlang niet uit krijgt. Als het je ooit zal lukken. Miles Garth is die man. Hij is de onbekende die zich in een lieflijk huis in Greenwich opsluit. Maar wie is Miles?
Frieda, midden dertig, psychoanalytica, heeft een eigen praktijk, woont alleen, wandelt graag 's nachts door Londen en heeft net een nieuwe relatie. Als een van haar patiënten haar over zijn fantasiezoon vertelt, een klein roodharig jongetje, en er precies zo'n jongetje verdwijnt, verbreekt ze haar beroepscode en schakelt de politie in. Hoofdinspecteur Karlsson neemt het echter niet serieus tot er een link blijkt te zijn met de nooit opgeloste verdwijning van een klein meisje twintig jaar eerder. Hij vraagt Frieda de zus van het slachtoffer van toen te interviewen.
Een sociaal werkster treft bij een clie͏̈nte een naakte, dode man aan. De Londense politie schakelt psychoanalytica Frieda Klein in om met de verwarde vrouw te gaan praten.
Als een oorlogsveteraan in Alaska hoort dat zijn zoontje is gedood, begint hij een bloedige wraakactie die moet leiden naar de moordenaar van zijn oogappel.
Een moeder bekoopt haar geheim met de dood. Inspecteur Karlsson roept de hulp in van psychoanalytica Frieda Klein bij het ontrafelen van de zaak. Klein stemt toe, maar heeft de grootste moeite om zichzelf overeind te houden na een traumatische ervaring.