Een jonge verbannen huzarenkolonel probeert in de jaren 1830 in de Provence zijn jeugdvriend terug te vinden, maar wordt tijdens een acute cholera-epidemie gedwongen de daken op te vluchten.
Een man mijmert over zijn jeugd in het Provençaalse dorp Manosque, waar hij opgroeide tussen het schoenlappersatelier van zijn vader en de wasserij van zijn moeder.