Verhaal, dat zich vooral in de vrouwenvertrekken afspeelt, over het wel en wee van enkele Pekingse adellijke families van de Jia-clan die afhankelijk zijn van keizerlijke gratie. Centraal staat de slimme en verwende erfgenaam Baoyu en zijn spirituele reis en zijn twee nichten Daiyu en Baochai.
Segalen is marinearts en dichter met een passie voor het Verre Oosten. In april 1909 vertrok hij als leerling-tolk Chinees per boot naar China. Vanuit Peking ondernam hij samen met een vriend een avontuurlijke reis door de Chinese binnenlanden. Hij wilde zich verdiepen in het volslagen 'Andere' van de Chinese cultuur, ondanks én juist in het besef van de onbereikbaarheid van dat 'Andere'.