Een jonge vader reist met zijn tweejarige zoontje naar Zuid-Duitsland. De trein rijdt door een gebied dat recent is geteisterd door overstromingen, en de vader vraagt zich af in welke toekomst zijn kind zal opgroeien.
Ik-verteller Johan keert terug naar een dorpje in West-Friesland om afscheid te nemen van zijn jeugdvriend Joey, die zelfmoord gepleegd heeft. Joey heeft zijn kompanen via de telefoon een afscheidsbericht nagelaten. Voor Johan en de andere vrienden blijven de vragen: die naar het waarom van Joey's wanhoopsdaad, die naar uitspraken van hem die misschien al een boodschap inhielden, maar nooit volledig begrepen werden, die naar hoe het nu verder moet.