In tien verhalen schrijft de auteur met een bedrieglijke eenvoud over de levens van vrouwen en de meedogenloosheid van het leven, huwelijk, overspel, verlies en wreedheid. Een jonge vrouw en moeder die moet leren omgaan met de ondraaglijke pijn van het verlies van haar drie kinderen; een vrouw die probeert wraak te nemen op haar concurrente in de liefde; en een 19de-eeuwse vrouwelijke wiskundige die het geluk najaagt.
Verhalen over vrouwen die door ingrijpende gebeurtenissen het bijzondere ontdekken dat onder de oppervlakte van het schijnbaar gewone dagelijks leven ligt.