De kinderen van het gezin Propper halen als ze volwassen zijn herinneringen op aan het ouderlijk gezin en maken een reis naar Auschwitz en Birkenau om hun overleden familieleden te gedenken; het wordt geen succes.
Achttien onderling met elkaar verbonden personages geven een inkijk in hun ogenschijnlijk normale leven en hun streven naar geluk, iets wat vaak tot absurde situaties leidt. "Gelukkig de beminden en de minnaars en zij die zonder liefde kunnen". Ze zouden graag dit citaat van Jorge Luis Borges willen omarmen, maar het lukt de personages vooral om het omgekeerde te bereiken. Verschillende relaties passeren de revue: echtelijke en buitenechtelijke, seksuele en platonische, waarbij vooral de moeilijkheden die bij intieme verhoudingen horen in beeld komen.
De kinderen van het gezin Propper halen als ze volwassen zijn herinneringen op aan het ouderlijk gezin en maken een reis naar Auschwitz en Birkenau om hun overleden familieleden te gedenken; het wordt geen succes.
Aan het eind van zijn leven schrijft een 73-jarige vader een brief aan zijn zoon, die een jaar in het buitenland woont om over zijn plaats in het leven na te denken.
Aan het eind van zijn leven schrijft een 73-jarige vader een brief aan zijn zoon, die een jaar in het buitenland woont om over zijn plaats in het leven na te denken.
Beschrijving van ontroerende momenten uit het leven van de auteur zoals de dood van haar vader, vriendschap, moederschap en haar beleving van kunst en muziek. (DZ)