Zestien jaar na de eerste moordzaak van inspecteur Wexford - de moordenaar werd ter dood veroordeeld - wil een man de onschuld van de vader van zijn aanstaande schoondochter bewijzen.
Na de moord op een huisvrouw van onbesproken gedrag tast de politie aanvankelijk in het duister, totdat een geheimzinnige liefdesgeschiedenis een aanknopingspunt voor de oplossing van het raadsel oplevert.
De identificatie van de slachtoffers na een ernstig auto-ongeluk wordt een mysterieuze zaak, vooral als de chauffeur van de wagen op verdacht grote voet blijkt te leven.
Wanneer een man en zijn hond bij een leegstaand huis een lijk vinden en de politie later in het huis een tweede lijk, zoeken Wexford en Burden naar verband tussen deze twee lichamen.
In dit boek komt de eerste zaak van inspecteur Wexford terug: een aantal opgeloste moorden die wat hem betreft allemaal naar Eric Targo wijzen, maar waarvoor nooit bewijs werd gevonden. Deze Targo, altijd met een hond in de buurt, heeft de inspecteur jarenlang gestalkt, alsof hij hem iets duidelijk wilde maken. Nu duikt de psychopaat ineens weer op. Ondertussen werkt Wexford ook aan een nieuwe moordzaak en de verdwijning van een meisje. Zijn de verbanden die hij tussen de nieuwe en de oude zaken ziet terecht, of wil hij de overeenkomsten zien?
In de afgesloten kelder van een huis in Londen worden vier lijken ontdekt, twee mannen en twee vrouwen. Inspecteur Wexford is met pensioen. Hij probeert te wennen aan het leven zonder baan, maar dat lukt nog niet zo goed. Wanneer hem wordt gevraagd om de politie als adviseur te helpen bij een mysterieuze moordzaak, grijpt hij die kans dan ook met beide handen aan.