Marc Tritsmans bespeelt vele registers: er klinken watervlugge fuga's, een roezemoezende stad en spelende kinderen. Maar juist de taal schiet regelmatig tekort; kelen zijn dichtgeknepen en aanleg voor koetjes en kalfjes ontbreekt. De vastgelopen mens heeft behoefte zichzelf opnieuw uit te denken en zijn eigen stem te vinden in deze rumoerige wereld. Gelukkig is er altijd de liefde die hem gaande houdt.
Deze jonge schrijfster haalt het speelplein onder de nagels van het kind vandaan, in het felle licht van Sevilla trekken pupillen zich samen, en u wordt gevraagd om duiven van de straten te schrapen. Zo krijgt dat wat hard en voldongen is weer het plooibare van een vermoeden.
Borges zag zichzelf niet in de eerste plaats als prozaschrijver, en ook niet als essayist, maar als dichter. Vooral in de laatste dertig jaar van zijn leven schreef hij graag poëzie. Niet alleen omdat hij langzaam blind werd en tijdens zijn schrijven veel meer op zijn geheugen en op kortere geschriften aangewezen was, maar ook omdat poëzie hem de mogelijkheid gaf persoonlijker te zijn dan proza. Verzameling van al zijn poëzie, ongeveer vijfhonderd gedichten in totaal.