In een Brussels kerkje wordt een jonge vrouw vermoord terwijl ze een derderangsschilderij aan het schoonmaken is. Het doek wordt gestolen. Maar wat deed het ondermaatse schilderij in de selectie van een prestigieuze Europese tentoonstelling? In een loods aan de haven ligt het halfvergane lijk van een aan lagerwal geraakte kunstschilder. In een hotel in de binnenstad wordt het lijk gevonden van een Europarlementslid voor een Nederlandse rechts-populistische partij. Werk aan de winkel voor Liese Meerhout, de opgewekte, lichtjes chaotische inspecteur Kunstcriminaliteit, en voor haar vriend Simon de Vere, antiquair tegen wil en dank.
Benjamin Gotlieb is luitenant in het Amerikaanse leger. Hij neemt deel aan de bevrijding van München en Dachau. Tijdens de belegering vindt hij toevallig een geheime kluis. Meer dan zestig jaar later wordt Jacob Kaufmann in een kelder van zijn Brusselse appartement vermoord. Hij was de zoon van een joods meisje dat tijdens de Tweede Wereldoorlog in een Duits bordeel moest werken. Hij heeft geen familie en weinig vrienden. Stijn Goris en zijn team staan voor een raadsel. Kaufmann blijkt meerdere levens geleid te hebben maar echte vijanden had hij niet. Waarom moest Kaufmann sterven? Welke taak had hij in het joodse archief? Wat heeft Gotlieb destijds in de geheime kluis gevonden?
Manneke Pis staat bekend als de oudste burger van Brussel. Zonder enige twijfel is hij ook de beroemdste burger van de stad. Toeristen uit binnen- en buitenland kunnen maar niet genoeg krijgen van het impertinente, bronzen jongetje. De Brusselaars zelf omringen het kind met jaloerse zorg. Ze herkennen in het manneke hun zin voor anarchisme, voor tolerantie en bovenal hun zelfspot. Manneke Pis is de antiheld der antihelden: een klein kind, bloot en schaamteloos. Welke stad durft het aan een plassende kleuter te verheffen tot symbool? Brussel dus. Intussen is Brussel wel de hoofdstad van Europa.