Cilka Klein is een jonge Joodse vrouw die Auschwitz weet te overleven maar daardoor als een verrader wordt gezien en naar een Siberisch werkkamp wordt gestuurd waar haar eenzelfde lot wacht.
Een jonge Tartaarse vrouw wordt in 1930 gedeporteerd naar Siberie͏̈, waar ze na een treinreis van een halfjaar met een handvol overlevenden in een gevangenenkamp aan allerlei ontberingen het hoofd moet zien te bieden.
1941. De Sovjetpolitie pakt de vijftienjarige Litouwse Lina op en deporteert haar samen met haar moeder en broertje naar Siberië. Haar vader is opgesloten in de gevangenis. Voor Lina en ontelbare andere mensen begint een uitzichtloze lijdensweg langs werkkampen waarbij iedereen dikwijls letterlijk moet vechten om te overleven. Lina begint de mensen en hun situatie te tekenen om er voor te zorgen dat dit gebeuren niet vergeten raakt. Ze smokkelt de tekeningen de kampen uit.