Salah Salahina Sounfountera is toeristengids in Mali. Zijn ambitie is om er een bedrijf op te bouwen. Maar door zijn afwijkende opvattingen botst hij met de heersende normen en waarden in zijn land. Salah wordt door zijn vrouw, zijn vrienden en zijn familie gezien als een toubab: een man met het gedrag en het karakter van een blanke. Om niet buiten de groep te vallen, moet hij zich conformeren aan de heersende opvattingen, maar dat doet hij niet van harte.
Dankzij een beurs kan de tienjarige Mehdi naar een prestigieus lyceum in Casablanca. Het jongetje is opgegroeid in een dorpje in het Atlasgebergte. In de stad is alles vreemd voor hem. Beetje bij beetje ontcijfert Mehdi de gebruiksaanwijzing van zijn nieuwe leven en het hem vreemde taalgebruik. In eerste instantie wacht hem een liefdevol onthaal, maar langzamerhand krijgen racisme en vooroordelen de overhand. Boeken zijn een redding voor Mehdi, want hoewel hij de verhalen verwart met de werkelijkheid, weet hij dankzij de verbeelding zijn onzekerheid te overwinnen.
Een Iraans-Nederlandse journalist voelt zich zo schuldig over een gelukkig verblijf in Zuid-Afrika dat hij zich in gedachten laat vergezellen door vijf minder fortuinlijke dissidente Iraanse vrienden.