Een Belgische journalististe ontvlucht de drukte van haar baan en neemt een sabbatical om rust te zoeken in Frankrijk, maar gaat daar de verhalen opschrijven van mensen die net als zijzelf de rust in Frankrijk hebben opgezocht.
Speels, deels quasi-wetenschappelijk verslag van een reis per kampeerbusje langs de autosnelweg Parijs-Marseille. Een tedere, wonderlijke en blijmoedige hommage aan de liefde.
Heruitgave in geactualiseerde spelling van vier reisverhalen die de lof van Frankrijk en het genot van de auto bezingen en tevens een verhelderend beeld opleveren van de toenmalige maatschappij: De vroolijke tocht (1911), Per auto (1913), De laatste ronde (1923) en Rivièra-impressies (1932).
Vervolg op 'Abrikozen langs de Nijl', waarin de schrijfster in 1947 terugkeert naar Parijs en haar leven in Frankrijk in de jaren vijftig beschrijft. Met recepten.