Innocent woont in West-Afrika. Na de dood van zijn vader en grootvader kan zijn moeder niet meer rondkomen. Zijn oom verkoopt Innocent aan een handelaar, voor wie hij keihard moet werken zonder iets te verdienen. Vanaf ca. 11 jaar.
De Rupelstreek, begin 20ste eeuw. Mathilde komt na de dood van haar moeder bij haar tante en nonkel terecht. Het is een groot gezin met negen kinderen en iedereen moet mee werken om te kunnen overleven. Het harde leven in de steenbakkerij valt Mathilde zwaar en hoezeer ze ook gesteld is op haar neefjes en nichtjes, ze wil vluchten.
Boris woont met zijn oma in een afgelegen huis in de heuvels. Hij heeft weinig vrienden. Alleen als hij in de oude glasfabriek speelt, krijgt hij gezelschap van Oscar. Hij werkte honderd jaar geleden in de fabriek. Vanaf ca. 9 jaar.
Hazim (12) werkt in een Marokkaanse koperslagerij. Via zijn vriend Youssef ontmoet hij Robert, een buitenlander met een gastenverblijf. Robert heeft Youssef kunsthanden beloofd. Hij lijkt de jongens te willen helpen, maar dan ontdekt Hazim dat zijn bedoelingen niet helemaal zuiver zijn.
Hens (11) moet heel hard werken in de fabriek en ook nog voor zijn verstandelijk beperkte broertje Walm zorgen. Ze lopen samen weg van huis, op zoek naar een betere wereld. Vanaf ca. 9 jaar.
Gebaseerd op ondermeer feiten en persoonlijke ervaringen wordt erbij stilgestaan, dat nog steeds vele mensen in allerlei landen in slavernij leven. Aandacht wordt besteed aan kinderarbeid, mensenhandel, dwangarbeid e.d. Met kleuren- en zwart-witfoto's. Vanaf ca. 13 jaar.
Terra (15) koopt vaak nieuwe kleding voor zo weinig mogelijk geld. Haar tante neemt haar mee op een reis naar India, waar ze textielfabrieken bezoeken. Daar ziet Terra de keerzijde van die goedkope kleding. Vanaf ca. 12 jaar.
De Braziliaanse broers Juca (ik-figuur) en Ramiro gaan uit armoede met mannen mee, die hen een baan aanbieden. Maar de hemel die hen was beloofd, blijkt een hel te zijn waar ze als slaven moeten werken. Vanaf ca. 13 jaar.
Aan de hand van feiten, meningen en ervaringen komen allerlei aspecten van kinderarbeid aan de orde. Met een stripverhaal en zwartwitte en gekleurde illustraties. Vanaf ca. 10 jaar.
Vijftig verhalen over de rechten van het kind. Deze rechten gelden voor alle kinderen, over de hele wereld. Met veel waterverfillustraties. Voorlezen vanaf ca. 7 jaar, zelf lezen vanaf ca. 9 jaar.