Terwijl in 1944 zijn vrienden in Europa vechten, krijgt een in Amerika achtergebleven, voor het leger afgekeurde sportleraar te maken met een polio-epidemie.
Paterson leidt een eenvoudig leven als buschauffeur en maakt in zijn vrije tijd gedichten. Zijn vrouw zit vol dromen en ambities en moedigt hem aan zijn gedichten te publiceren.
Tony Soprano, het latere hoofd van de DiMeo maffiafamilie, groeit op in Newark (New Jersey) in de roerige jaren zestig met heftige rellen tussen Italiaanse en Afro-Amerikaanse gangsters.