Davidù is negen jaar oud als hij ziet hoe zijn buurjongen Gerruso door een groep jongens wordt mishandeld. Als daarna ook Gerruso's nichtje Nina slachtoffer dreigt te worden, grijpt Davidù in. Nina ontfermt zich over de gewonde Davidù, en hij zal haar nooit kunnen vergeten. Gerruso is in zijn ogen alles wat een man niet moet zijn, maar vanwege Nina zullen ook deze twee tegenpolen elkaar nooit meer loslaten. Davidù groeit op zonder vader, maar met zijn moeder, oom, opa en oma, die hem verrijken met een schat aan verhalen over zijn bijzondere voorouders. Zijn familie brengt hem de waarden bij die hij nodig zal hebben om te kunnen overleven in Palermo, waar de maffia heerst, het recht van de sterkste geldt en het leven draait om eergevoel.
De 9-jarige Ninetto trekt met andere Sicilianen naar Milaan en weet daar werk te vinden, maar dertig jaar later, als hij na een gevangenisstraf vrijkomt, vindt hij geen werk meer in de veranderde wereld.
Op 25 september 1963 sterft Maria Rosalia Inzerillo, bijgenaamd de Amandelraapster, op 55-jarige leeftijd. Hoewel zij maar een bediende van de familie Alfallipe was, is haar dood het gesprek van de dag. Er gaan namelijk geruchten over de fabuleuze rijkdommen die ze voor de familie heeft vergaard, misschien wel met behulp van de plaatselijke maffia. Toch menen de drie kinderen goede redenen te hebben om zich bedrogen te voelen door die ogenschijnlijk eenvoudige en weinig onderlegde vrouw, die hun een vreemd testament heeft nagelaten.
Op 25 september 1963 sterft Maria Rosalia Inzerillo, bijgenaamd de Amandelraapster, op 55-jarige leeftijd. Hoewel zij maar een bediende van de familie Alfallipe was, is haar dood het gesprek van de dag. Er gaan namelijk geruchten over de fabuleuze rijkdommen die ze voor de familie heeft vergaard, misschien wel met behulp van de plaatselijke maffia. Toch menen de drie kinderen goede redenen te hebben om zich bedrogen te voelen door die ogenschijnlijk eenvoudige en weinig onderlegde vrouw, die hun een vreemd testament heeft nagelaten.