Kas en Saar krijgen vandaag les over het verkeer. Als opa Saar te voet naar school brengt, vertelt hij over snel en langzaam verkeer en hoe je veilig oversteekt. Op school doen ze een verkeersspel en er komt een echte agent op bezoek. Prentenboek met paginagrote, kleurrijke illustraties, knutseltip en vragen. Vanaf ca. 3 jaar.
Piep is op stap met zijn speelgoedtrein. In de trein zit zijn beer. Piep wil oversteken. Hij weet dat hij moet wachten tot het licht op groen staat. Het wachten duurt lang, maar er is veel te zien. Als hij eindelijk aan de overkant is, merkt hij plots dat beer van de trein gevallen is.
1928. De burgemeester zoekt een oplossing voor een nijpend verkeersprobleem. Een zonderlinge uitvinder helpt hem in het geniep. Tot het op een dag helemaal fout loopt. Maar wat hebben die speelse weeskinderen hiermee te maken en stinkt de vijver echt zo erg als iedereen gelooft? Een spannend en humoristisch verhaal over het ontstaan van verkeersborden én over beroemd willen worden.
Geronimo wordt gevraagd om een boek over verkeersregels te schrijven. Maar hij kan zelf nog wel een lesje gebruiken! Gelukkig wil Ron Rijvaardig hem helpen. Voorlezen vanaf ca. 7 jaar, zelf lezen vanaf ca. 9 jaar.
Onderweg naar de stad komen Otto en zijn vader allerlei voertuigen en gebouwen tegen. Otto kijkt zijn ogen uit. Parkeerplaats vinden lukt niet, dus rijden ze via de wasstraat terug naar huis. Moe en hongerig belanden ze in de file. Boek dat je van voor naar achter en dan weer terug moet lezen
Kleintje Beer en zijn ouders rijden naar opa en oma. Onderweg zien ze allerlei soorten auto’s. Ze stoppen bij een tankstation, staan in de file, krijgen een boete en een lekke band, zien een brand in een wegrestaurant en steken over met de veerpont.
Lou gaat voor het eerst op schoolreis. Als hij samen met zijn vader naar school wandelt, komen ze o.a. twee vaders, vuilnisvrouwen en een westerse man met een islamitische vrouw tegen. Prentenboek met eenvoudige, paginagrote verfillustraties in heldere kleuren. Vanaf ca. 4 jaar.
Kaatje gaat op vakantie met het vliegtuig! Op het vliegveld is het heel druk. Bij het opstijgen en het landen krijgt Kaatje even een kriebel in haar buik. Prentenboek met eenvoudige felgekleurde illustraties in grove penseelstreken. Vanaf ca. 2 jaar.
Een aapje is met zijn vader onderweg in de bananenscooter. Maar wat is het druk op de weg! Het ongeduldige aapje springt uit de scooter en slingert via allerlei gekke voertuigen naar voren in de file. Tekstloos oblong prentenboek met vrolijk gekleurde, fantasierijke tekeningen. Vanaf ca. 3 jaar.
In zijn garage bedenkt Gust voor iedereen geweldige oplossingen. Zoals voor neushoorn Rico die een te klein zadel heeft en voor giraf Gina die een stijve nek krijgt in haar cabrio. Oblong prentenboek met vrolijke, humoristische kleurenillustraties en tekst op rijm. Vanaf ca. 4 jaar.
Jesse wil graag ridder worden. Zijn fiets is zijn paard. Hij wil op zijn paard naar school. Mag dat zonder mama? Stripverhaal met kleurige tekeningen. AVI-E3. Vanaf ca. 6,5 jaar.
Lisa mag voor het eerst met mama op de grote weg fietsen. Daar ziet ze heel veel soorten fietsen. Prentenboek met informatie over fietsen, versjes, knutseltip, quiz en veel kleurenillustraties. Vanaf ca. 5 jaar, zelf lezen voor goede lezers vanaf ca. 7 jaar.
De koning zoekt een bestuurder voor zijn nieuwe kar. Dat valt niet mee. De halsbrekende toeren van Haas, Beer, Eend en Kraai bezorgen de koning doodsangsten. Hij rijdt liever zelf. Maar of dat zo’n goed idee is?
Een konijnenmoeder gaat 's ochtends vroeg met de kinderwagen op stap in de stad. Ze komen langs de markt, het station, een schoolplein, ziekenhuis en boekwinkel. Vierkant prentenboek met vrolijk gekleurde, humorstische kleurenillustraties en tekst op rijm. Vanaf ca. 4 jaar.
Een kleuter beeldt zich in zoeperman te zijn en weet op het strand iemand te redden uit de branding. Prentenboek met eenvoudige tekeningen in felle kleuren. Vanaf ca. 4 jaar.
Het jongetje Tuur trekt door de stad en zet zijn oren open. De stadsgeluiden - van fietsgerinkel naar sirenes tot de trompetten van de fanfare - trekken hem in de wondere wereld van de ligaturen, schreven, holwitten, onderkasten en majuskels. Op een poëtische en ritmische stroom van woorden en klanken baant het jongetje zich een weg doorheen de stad. Tuur smult van een ijsje, loopt mee in een parade vol clowneske figuren, bestudeert de verschillende schoenen om zich heen, springt tussen de duiven.
De prenten tonen een kettingbotsing tussen door dieren bereden voertuigen, waarbij van alles door de lucht vliegt, voorzien van het woord ‘boem’. De bestuurders weten elkaars waar goed te benutten, zoals te zien is op een uitklapprent.