In een brief aan haar dochter beschrijft een oude, blanke vrouw uit Kaapstad de wreedheden van de Apartheid waarmee ze de laatste maanden van haar leven wordt geconfronteerd.
Als een 16-jarige jngen in Zuid-Afrika opgeroepen wordt voor het leger komt hij in een snoeiharde macho-omgeving van homofobie, racisme en xenofobie terecht, waarin geen plaats is voor homoseksualiteit.