Het veld
Robert Seethaler
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2017 |
VOLWASSENEN : ROMANS : SEET |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2017 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 14128 |
Joseph Pearce
em/ov/08 n
Rotte tijden
Robert Seethaler (1966) komt in De Weense sigarenboer ongeschonden uit de confrontatie met de geschiedenis. Dat komt in de eerste plaats door de lichtvoetige manier waarop de Oostenrijkse auteur de tiener Franz Huchel met Sigmund Freud, de grondlegger van de psychoanalyse, laat converseren. Humor en zelfspot zijn daarbij trouwens extra troeven.
In de tweede plaats past Seethaler de ontmoetingen van Huchel met Freud zo doordacht in, dat er een mooi evenwicht ontstaat tussen de beslommeringen van de jongen enerzijds en de zielsgesteldheid van de wereldberoemde neuroloog anderzijds.
Ten derde houdt de schrijver het brede politieke kader constant in het oog, zodat er een knap contrast ontstaat tussen het lot van ieder individu en het lot van Oostenrijk en bij uitbreiding de hele wereld. De gebeurtenissen spelen zich immers af vanaf de nazomer van 1937 tot en met de gevolgen van de annexatie van Oostenrijk door nazi-Duitsland in de lente van 1938.
Huchel is een naïeve, weke knaap als hij vanuit het vredige Salzkammergut naar het bruisende Wenen trekt om er als hulpje van de oorlogsinvalide Otto Trsnjek in diens sigarenzaak te werken. Al bij zijn aankomst krijgt de naïviteit van de jongen een deuk. Wanneer hij opmerkt dat de riool een vreselijke stank verspreidt, antwoordt een dame: 'De riool? Nee. Het zijn de tijden. Rotte tijden zijn het namelijk. Rot, wormstekig en bedorven.' En als Huchel denkt dat hij met het Boheemse hoertje Aneszka de perfecte liefde heeft gevonden, helpt Freud hem uit die droom. 'We komen niet op de wereld om antwoorden te vinden', waarschuwt hij, 'maar om vragen te stellen'.
Seethaler hakt ten slotte zonder pardon in op het toenmalige antisemitisme van zijn landgenoten. Ook vandaag nog vinden vele Oostenrijkers dat hun land het eerste slachtoffer van Adolf Hitler was. Seethaler heeft geen spat medelijden met dat zelfbedrog. De Weense sigarenboer charmeert ten slotte door een klasrijke stijl die zowel ragfijne natuurbeschrijvingen als bevattelijk geformuleerde overpeinzingen moeiteloos doet opglanzen.
Siamese tweeling
Seethalers' bekoorlijke stijl staat in schril contrast met de banale stijl in Vandaag leven we nog. Deze roman van Emmanuelle Pirotte, ontstaan uit een filmscenario dat ze samen met Sylvestre Sbille schreef, opent al met een vreemde zin: 'De boterham bleef vlak voor de lippen van de vader in de lucht hangen.' Was de man een goochelaar die boterhammen kon doen zweven?
Gelukkig zet Pirotte daarna alles in op actie en spanning. Tijdens de slag om de Ardennen in de winter van 1944 valt het 7-jarige Joodse meisje Renée in handen van twee als Amerikaanse soldaten vermomde SS'ers. De Duitsers maken deel uit van Operatie Greif, die voor verwarring in de geallieerde gelederen moet zorgen. De SS'ers nemen haar mee naar het bos om haar te executeren. Maar op het ogenblik dat ze zal worden doodgeschoten, bedenkt de ene soldaat zich en schiet hij zijn kameraad neer. Waarom hij die keuze heeft gemaakt, begrijpt hij niet. Wél beseft hij dat hij zijn lot voortaan aan het lot van het meisje zal moeten verbinden.
Wie van thrillers houdt, wordt met ettelijke cliffhangers vertroeteld. Wat voor een man is Mathias, de redder van de kleine Renée? Waaruit bestaat de kracht van het vroegrijpe kind om zich overal doorheen te slaan? Zullen de Amerikanen de Duitse soldaat ontmaskeren? Zal hij zichzelf de das omdoen? Zullen de Duitsers wraak nemen op de burgers op de boerderij waar Renée en Mathias schuilen? Meng dit alles met een portie lijf-aan-lijfgevechten, een oude kruidenvrouw die voor heks wordt aangezien, burgers in doodsangst, een jonge boerin die een oogje heeft op Mathias, een jaloerse Amerikaanse officier, een jongen die zijn kruisboog met dodelijk effect weet te hanteren en een verrassend einde, en de liefhebbers van drama en tragiek zullen beslist aan hun trekken komen.
Alle anderen zullen zich wellicht ergeren. Aan de mengelmoes van vertelstandpunten en het festival van clichés, bijvoorbeeld. Honing heet er uiteraard gouden brij en champagne de sprankelende gouden vloeistof. Of aan de flashbacks die psychologische diepgang moeten geven aan de moordmachine die Mathias in feite is. Of aan het overbodige schimpen op de ideologie van het Derde Rijk en Adolf Hitler, dat 'bruinhemd met het snorretje'. En waarom laten de vertalers het dialect van de burgers op de boerderij als zuiver Antwerps klinken?
Ondanks de gebreken houdt het boek de lezer dankzij de slimme filmische insteek in de ban. Kunst of kitsch? In dit geval een Siamese tweeling.
Titanenwerk
Terwijl Pirotte enkel SS-Obersturmbannführer Otto Skorzeny, de leider van Operatie Greif, in haar historisch tableau ten tonele voert, laat Peter Keglevic (1950) alle nazikopstukken in vol ornaat defileren.
Keglevic is een Oostenrijkse filmregisseur en auteur van korte verhalen, toneelstukken en draaiboeken. Twintig jaar heeft hij aan Hoe ik Hitlers getuige werd gewerkt. Heeft die fenomenale inspanning een fenomenaal resultaat opgeleverd? Wie bereid is mee te lopen met de 25-jarige Paul Renner in diens duizend kilometer lange koers van Hitlers Arendsnest in de Beierse Alpen tot de Führerbunker in Berlijn, staat een nu eens wonderlijk absurdistische, en dan weer naar de keel grijpende leeservaring te wachten.
April 1945. Het duizendjarige rijk van Adolf Hitler staat op instorten. In het westen rukken de Amerikanen en Britten op, in het oosten walst het Rode Leger over alles en iedereen heen. De Berlijnse Jood Paul Renner - die in werkelijkheid Harry Freudenthal heet - leeft al jaren ondergedoken, als hij per toeval in de loopwedstrijd belandt. De eindmeet? Berlijn op 20 april, de verjaardag van de Führer. Keglevic neemt de lotgevallen van Renner en diens medeatleten te baat om een totaalbeeld van de waanzin en gruwel van het nazisme te scheppen.
Een titanenwerk dat hij op drie niveaus uitwerkt. Er zijn de gebeurtenissen in real time. De lopers passeren kapotgeschoten steden, werken zich langs stromen vluchtelingen, ontredderde troepen, dwangarbeiders en Joodse gevangenen en maken kennis met nazifanatici die zich rücksichtslos aan de eindzege vastklampen.
Dan zijn er de met Jiddische zelfspot verrijkte herinneringen van Paul aan zijn jeugd, zijn in de Shoah omgekomen familie en zijn jaren als onderduiker. Flashbacks van een zowel diep doorvoelde tederheid als van een om wraak schreiende grimmigheid.
Ten slotte metselt Keglevic steen voor steen aan een monumentale, knotsgekke fantasiewereld. De geallieerde generaals Montgomery en Patton zetten geld in op de koers. De befaamde nazifilmregisseuse Leni Riefenstahl maakt elke dag opnames van de wedstrijd. Adolf Hitler voert vertrouwelijke gesprekken met Paul Renner en vraagt hem zelfs om hem dood te schieten. Eva Braun beleeft een passionele nacht met Paul.
De vraag is niet of dit alles (en veel meer) compleet verzonnen is, maar of het verstandig van Keglevic was om de lezer uit te dagen in zijn fantastische universum mee te stappen. Het loont hoe dan ook de moeite om de handschoen op te nemen.
Emilia Menkveld
em/ec/16 d
Voorganger Der Trafikant (2012), nu in het Nederlands vertaald als De Weense sigarenboer, verhaalt van net zo'n 'eenvoudig' leven. De 17-jarige Franz Huchel trekt naar Wenen om in de leer te gaan bij een sigarenboer - zijn 'weke meisjeshanden' zijn niet geschikt voor de bosbouw of de zoutmijnen.
Het is 1937, Hitler staat op het punt Oostenrijk in te lijven en vanuit zijn sigarenzaakje ziet Franz hoe de stemming omslaat, hoe de Joodse klandizie plotseling een probleem vormt - een reden om de winkelpui te besmeuren, of erger. In ruil voor een paar dure sigaren voert hij gesprekken met de oude Sigmund Freud, een vaste klant. De jongen vraagt hem om raad over een danseresje aan wie hij zijn hart heeft verloren. ('Misschien was het allemaal toch al een kolossale vergissing.' 'Liefde is altijd een vergissing.') Geïnspireerd door 'de professor' vindt Franz zijn eigen wijze van stil protest, een kleine maar moedige verzetsdaad tegenover de nazigrootmacht. In geval van onrecht, lijkt de auteur te zeggen, is er nooit een excuus om weg te kijken.
Seethaler is een meester in fraaie details en dialogen, in subtiele karakterschetsen. De lichte verteltrant maakt de (uitstekend vertaalde) roman tot aangename kost. Tegelijkertijd zorgt juist die ervoor dat De Weense sigarenboer langs de oppervlakte scheert. Bij zo'n zwaar thema moet je misschien niet te veel willen wegsnijden.
***
Uit het Duits vertaald door Liesbeth van Nes. De Bezige Bij; 256 pagina's; € 19,99.
Herman Jacobs
em/ov/01 n
Nee, De Weense sigarenboer gaat niet over Sigmund Freud, maar hij speelt er wél een belangrijke rol in. En, opmerkelijk: het is niet de pontificerende Freud die nogal overtuigd was van eigen importantie, maar een breekbare, bescheiden en oude man. Het verhaal speelt zich af in de jaren 1937-1938, net voor en net na de gedwongen Anschluss van Oostenrijk bij nazi-Duitsland. Via de aandoenlijke jonge Franz, door zijn moeder uit de provincie als leerjongen naar een sigarenboer in Wenen gestuurd, zijn we er getuige van hoe de bruine klauw zich steeds vaster om het land sluit. Franz krijgt een relatie met de Boheemse Anezka, bezorgt professor Freud diens sigaren en de krant (en wint zijn advies in bij zijn liefdesverdriet over Anezka, die ten slotte met een SS-man trouwt), en wordt gedwongen de sigarenzaak te bestieren als de joodse eigenaar ervan wordt gearresteerd. Een en ander met de onnavolgbare Seethaler-toets (zie ook Een heel leven ), waarin helderheid en vanzelfsprekendheid zich op geheimzinnige wijze verbinden tot iets dat een melancholiek stemmende ontroering wekt. Prachtig boek.
****
Robert Seethaler , De Bezige Bij (oorspronkelijke titel: Der Trafikant), 256 blz., € 19,99.
A.P.G. Spamer
In deze fijngevoelige roman wordt een tijdsbeeld gegeven van het Wenen van kort voor en in de Tweede Wereldoorlog. Een jongen van het platteland trekt naar de stad en komt in dienst van een winkelier in tabakswaren en aanverwante artikelen. Onder de klanten is ook de beroemde Joodse psychoanalyticus Sigmund Freud. In 1938 trekt Hitler met zijn leger Oostenrijk binnen en het altijd al aanwezige antisemitisme wordt plotseling voelbaar. De winkelbediende beleeft zijn eerste amoureuze avontuur, dat in een teleurstelling eindigt. Hij zoekt na een toevallige ontmoeting troost bij Freud en langzamerhand nemen die contacten toe. De winkelier krijgt te maken met anti-Joods geweld omdat Freud zijn klant is. Zijn winkel wordt vernield. Hij wordt na Freuds vertrek naar Engeland door de Gestapo opgepakt. De bediende probeert hem nog te redden, maar wordt uiteindelijk zelf ook gearresteerd. Op ingehouden toon vertelt dit verhaal het volwassen worden van een dorpsjongen in de stad, binnen het racistisch drama dat zich toen afspeelde. Een must voor wie zich bewust wil zijn van onze tijd.
Wil Rouleaux
em/ov/25 n
Dit boek mag je niet onderschatten. Eerst denk je: lichte kost, amusement voor een breed publiek. Maar al snel kom je tot de ontdekking dat hier een geraffineerde vertelller aan het woord is, een taalkunstenaar met gevoel voor pointes en soms hartverscheurende tragiek. Geen wonder dat 'De Weense sigarenboer' van de Oostenrijker Robert Seethaler (1966) zo'n doorlopend succes is in de Duitse boekhandel en ook internationaal furore maakt.
De roman begint in 1937 op het Oostenrijkse platteland. De 17-jarige Franz woont met zijn moeder in een dorp nabij Salzburg en krijgt een baan in de hoofdstad Wenen. Franz wordt assistent van een ex- vriend van zijn moeder, nu eigenaar van een goedbeklante tabakswinkel. De naïeve en gevoelige jongen (met 'weke meisjeshanden') leert in Wenen niet alleen de liefde kennen, maar raakt ook betrokken bij de turbulente politieke ontwikkelingen.
Al spoedig na zijn aankomst volgt de annexatie van Oostenrijk door nazi-Duitsland. De bruinhemden en hakenkruizen verschijnen in het straatbeeld, het Heil Hitler schalt door de stad. Even later worden de eerste politieke gevangenen gearresteerd en worden huizen van Joden of sympathisanten met bloed besmeurd. Uiteindelijk maken ook Franz en zijn baas kennis met de harde hand van de Gestapo.
De tabakswinkel waar Franz werkt, ligt in de buurt van de Berggasse, waar Sigmund Freud woont. De 'gekkendokter' is een vaste klant in de sigarenwinkel en raakt zelfs bevriend met Franz, ondanks het aanzienlijke leeftijdsverschil: "Eigenlijk had hij zich in aanwezigheid van 'eenvoudige mensen' altijd een beetje onbeholpen en niet op zijn plaats gevoeld. Maar met deze Franz was het iets anders. In deze jonge man pulseerde het gezonde, krachtige en daarenboven nog tamelijk onervaren leven."
Freud wordt afgebeeld als een zwaarmoedige, zieke en wat zonderlinge grijsaard, die tijdens de behandelingssessies (één daarvan wordt met satirische meesterhand beschreven) meer belangstelling schijnt te hebben voor zijn terracotta ruiters en antiekverzameling dan voor de zieleroerselen van zijn patiënten. Zwarte humor en ironie kan Freud niet worden ontzegd, en vlak voor zijn vlucht naar Engeland luidt het: "Langzaam, met de stapjes van senioren, gleed je naar de verstening toe, tot je je ten slotte zonder geweldig op te vallen aan je eigen antiquiteitenverzameling zou kunnen toevoegen."
Franz en Freud ontmoeten elkaar ook buiten de tabakszaak. Gezamenlijk maken ze wandelingen door het centrum van Wenen, waarbij Franz 'meneer de professor' gretig raadpleegt over zijn liefdesproblemen. Bruikbare tips kan Freud zijn discipel niet aanbieden, daarvoor is deze materie te complex: "Van de liefde weet niemand iets af. Je hoeft het water niet te begrijpen om erin te duiken!'"
Op zijn tochten door Wenen heeft Franz net iets eerder een drie jaar oudere Boheemse leren kennen, Anezka, een artieste in een tingeltangel. In een kamertje achter de tabakswinkel heeft Franz een liefdesnest ingericht. Maar trouw is Anezka hem allerminst, en later krijgt ze sjans bij een stoere nazi. Als enige zal ze ongedeerd de dictatuur doorstaan.
Een vrolijk boek over een duistere periode, zo zou je 'De Weense sigarenboer' kunnen noemen. Natuurlijk, diep graaft Robert Seethaler nauwelijks en clichés gaat hij niet altijd uit de weg. In de eerste helft is misschien wat al te vaak sprake van de provinciaal die in de grote stad heimwee krijgt en terugverlangt naar het ongerepte platteland.
Maar daar staat tegenover dat hier een onderhoudende en humoristische verteller aan het woord is, die handig gebruikmaakt van persiflages en perspectiefwisselingen. Soms levert één enkele zin een treffend beeld op. Als iemand door de Gestapo wordt afgehaald, luidt het: "Aan de overkant van de straat ging een raam open, er verscheen een hand met een schaar die de bloem uit de geranium knipte."
Liesbeth van Nes heeft in haar uitstekend leesbare vertaling precies de juiste toon getroffen, lichtvoetig en soms volks-ondeugend. Kortom, een aanrader.
Vert. Liesbeth van Nes. De Bezige Bij; 256 blz. € 19,99.
oordeel
Humoristisch lichtvoetig; gevoel voor pointes, geraffineerd.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.