Tijdens de Tweede Wereldoorlog vlucht een ex-bewaker van een concentratiekamp, mist een vrouw haar geliefde en denkt een oude man terug aan een openluchtconcert.
De lotgevallen van families in Engeland, Wales, Rusland, Duitsland en VS zijn verweven met de gebeurtenissen voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog.
Een schooljongen herinnert zich hoe zijn vader als politieman tijdens de Tweede Wereldoorlog de wetten van het nazi-regime meedogenloos op zijn vriend toepaste.
Zomer 1936. Janna, een jonge Nederlandse schermster, wordt door haar vader op de trein gezet om in de leer te gaan bij zijn oude vriend, maître Egon von Bötticher. Egon, een huzaar die gewond en verbitterd is teruggekeerd uit de Eerste Wereldoorlog, slijt zijn dagen op een verlaten landgoed bij Aken. Hier geeft hij les aan twee beeldschone tweelingbroers en organiseert hij bloedige duels voor studenten. Binnen de poorten van deze eigenaardige wereld gaat Janna, geïntrigeerd door haar ontoeschietelijke maître, op zoek naar antwoorden. Wat is er tussen hem en haar vader voorgevallen, en wie moet de rekening vereffenen?
Medio jaren dertig van de 20e eeuw gaat een gefortuneerd Brits meisje in Wenen naar de muziekacademie, waar ze zich laat betoveren door de charme van deze stad en verliefd wordt op een joodse arts.
Na de opkomst van het nazisme in Duitsland werden vele variéteopvoeringen verboden en menig kunstenaar, vooral mismaakte, verdwenen. Mathis besluit een boek te schrijven over al deze kunstenaars, zodat ze niet in de vergetelheid geraken.
In de lotgevallen van zeven mannen die in oktober 1937 uit een Duits concentratiekamp weten te ontsnappen, geeft de auteur een beschrijving van het dagelijkse leven in het Derde Rijk.
Een archivaris van het Berlijnse Instituut voor Exploitatie van het Verleden gaat gebukt onder het leed dat de Joden tijdens het Derde Rijk is aangedaan.
De verhalen van een vrouw die in de Tweede Wereldoorlog te lijden heeft onder het nazi-regime en een vrouw die een proefschrift schrijft over nazi-Duitsland, komen samen.