Weg uit Congo : het drama van de kolonialen
Peter Verlinden
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds, 2008 |
VOLW. : NON FICTIE : 939 VERL |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds, 2008 |
VOLW. : NON FICTIE : 939 VERL |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Davidsfonds, 2008 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 939 VERL |
31/12/2008
Op materieel vlak was het leven beter in de koloniale tijd. Iedereen had een deftig loon, kon fatsoenlijk leven. Na de onafhankelijkheid ging de rijkdom van het land naar een kleine groep Congolezen. Nu hebben we de vrijheid, maar geen geld. [...]. Toch kan ik moeilijk zeggen dat ik de manier waarop de onafhankelijkheid er gekomen is, betreur". Samuel Nkuelo was in 1960 student in Leopoldstad en vertelt nu, bijna vijftig jaar later, zijn herinneringen aan de koloniale tijd aan VRT-journalist Peter Verlinden. Behalve met Nkuelo sprak Verlinden met een dertigtal andere Congolezen en bundelde de gesprekken in een interviewboek. Daarmee realiseerde hij de Congolese tegenhanger van zijn eerder verschenen boek Weg uit Congo (De Leeswolf 2002, p. 321) waarin de 'blanke' herinnering aan het Congolese avontuur werd onderzocht.
In dit "spiegelbeeldboek" geeft Verlinden stem aan de Congolezen, die voor zijn microfoon hun visie geven op wat Belgisch-Congo was. Deze getuigenissen worden opgehangen aan een aantal thema's en gekoppeld aan enkele belangrijke historische gebeurtenissen, zoals de Rondetafelconferentie, de onafhankelijkheidsverklaring en de muiterijen van juli 1960. Steevast komen daarbij de interraciale verhoudingen aan bod, een centraal vraagstuk in een gemeenschap van blanke kolonisatoren en zwarte gekoloniseerden. Naargelang de individuele ervaring van de geïnterviewde verschillen de meningen nogal. De familie van Pascal Luanghy, een man die hoge posten heeft bekleed in postkoloniaal Zaïre, was welgesteld en kon het in Bukavu goed vinden met de Belgische bazen. Luanghy is dan ook lovend over de koloniale realisaties, in tegenstelling tot Jacques Ndembe, die in de Oostprovincie een volledige segregatie heeft gekend. "De politiek van België was een politiek van eigenbelang: het grootst mogelijke voordeel uit de kolonie halen", vertelt hij dan ook aan Verlinden. "Dat was geen apartheid, maar onderdrukking".
Verlinden kiest er voor om deze Congolese getuigenissen, ook als ze tot tegengestelde conclusies komen, zo weinig mogelijk te analyseren. Ze worden naast elkaar gepresenteerd en enkel verbonden door contextuele gegevens en algemene feiten over Belgisch-Congo. Verlinden vertelt de individuele getuigenissen van zijn Congolese gesprekspartners zonder op zoek te gaan naar een overkoepelende synthese. Dat is een gemiste kans, vooral omdat in de traditionele koloniale historiografie juist de inlandse stem ? die Verlinden hier laat horen ? ontbreekt.
Toch is dit een waardevol boek. Het laat zien hoe een aantal Congolezen, afkomstig uit verschillende hoeken van het land, met een uiteenlopende sociaaleconomische achtergrond, zich de koloniale periode herinnert en hoe die herinnering ook verschillend is. Doorheen de gesprekken vormt zich bovendien een herkenbaar beeld van het koloniale leven. Voor lezers die minder bekend zijn met de geschiedenis van Belgisch-Congo zal het soms schrikken zijn van het blanke racisme en de sociale discriminatie in de dagelijkse omgang. Congolezen mochten zich bv. niet begeven in de blanke stadswijken, hadden een avondklok, kenden aparte winkels en mochten zelfs geen rode wijn drinken. Hoe vernederend de minderwaardige positie van de Congolezen was blijkt o.m. uit het kwetsende verhaal van Joseph Mabiola, die gedwongen werd zijn spelende dochtertje uit een groepje blanke kinderen weg te halen.
Was achterblijven in Congo uiteindelijk een drama voor de Congolezen? Hadden ze het beter in de koloniale tijd dan in het Congo van Mobutu en Kabila? In een slothoofdstuk wordt deze vraag rechtstreeks voorgelegd. De zucht van velen naar het materieel voorspoedige leven onder het Belgische bewind is in het licht van de huidige malaise groot. Maar dat betekent niet dat alles zomaar vergeven wordt. "Als ik president van Congo zou zijn, dan zou ik excuses verwachten van de Belgen voor alles wat er gebeurd is", zegt Jonas Mukamba, een voormalige topfiguur uit de politiek en diamantnijverheid. "Maar ik zou me zeker ook verontschuldigen voor wat er met de blanken gebeurd is in 1960". [Ruben Mantels]
Redactie Vlabin-VBC
Voor dit interviewboek sprak VRT-journalist Peter Verlinden met een dertigtal Congolezen over hun herinneringen aan de koloniale tijd. Daarmee realiseerde hij een Congolese tegenhanger voor zijn 'Weg uit Congo' (2002)*, waarin de 'blanke' herinnering werd onderzocht. 'Achterblijven in Congo' wordt opgehangen aan een aantal thema's en historische gebeurtenissen, zoals de Rondetafelconferentie, de onafhankelijkheidsverklaring en de muiterijen van juli 1960. Steevast komen daarbij de interraciale verhoudingen aan bod, waarbij de meningen van de geïnterviewden sterk uiteenlopen, vaak al naargelang hun sociale positie. Verlinden kiest ervoor om de getuigenissen zo weinig mogelijk te analyseren en niet op zoek te gaan naar een overkoepelende synthese. Dat is een gemiste kans, vooral omdat in de traditionele koloniale historiografie juist de inlandse stem ontbreekt. Toch is dit een waardevol boek, waarbij het soms schrikken is van het blanke racisme en de sociale discriminatie. Gedrukt op glanzend papier en geïllustreerd met zwart-witfoto's. Met bibliografie en trefwoordenregister.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.