Nu is het aan ons : oproep tot echte democratie
Eva Rovers
Eva Rovers (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2016 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : OVER LITERATUUR-SCHRIJVERS : NEDERLANDS 851.6 BUCH |
Rik Van Puymbroeck
em/ov/16 n
Negenendertig boeken van Boudewijn Büch staan thuis in de kast. Boekjes soms, het dunste heet De krant en is eigenlijk maar negen bladzijden dik. Op 500 exemplaren verschenen, door Büch in opdracht van Het Parool geschreven bij de pensionering van redacteur Bert van Ree en wellicht iets te veel voor betaald. Nu vind je het voor 25 euro.
Is dat boekje dat waard? Jawel, zegt de verzamelaar en ook al zie je zoiets duns amper staan tussen die 38 andere (het is de enige geordende plank), jawel: omwille van de collectie en omwille van de sprankel. Als je een woord als 'krantvriendelijkheid' leest, word je blij. Veel klassiekers verder: De kleine blonde dood, natuurlijk, Links!, Rock-'n-roll en Bibliotheken. Grafreizen, een favorietje.
En dan lees je in Boud: 'Door de jaren heen had ik talloze studenten, wereldreizigers, redacteuren, journalisten en schrijvers ontmoet die zich op een of andere manier door hem hadden laten inspireren. Mij had Büch op het spoor gezet van Sylvia Plath - waar ik hem nog steeds dankbaar voor ben.'
Boud. Het verzamelde leven van Boudewijn Büch (1948-2002) is daar na vijf jaar werken en met 576 bladzijden het resultaat van. Een boek met een soundtrack overigens, want doordrenkt met liedjes én zelfs een eigen Spotify-playlist die 'Boudsound Lyriekmuziek' heet. Daarop honderd liedjes, het laatste: 'Time Waits for No One' van The Rolling Stones.
Zo ging het inderdaad in de jaren 80 en 90. Via De wereld van Boudewijn Büch kwam je op het spoor van Patagonië, pinguïns, eilanden en Christoffel Columbus en zo werd de eigen wereld groter dan het dorp. Stapelde zich een VHS-videocollectie op - niet weg te gooien - en die 39 boeken dus. Een fan? Toen zeker en dat was Büch in grote mate zelf, u moet zijn legendarische interview met Mick Jagger maar eens opzoeken.
Op afstand blijven
Tegelijk leek hij zelf allergisch voor fandom. 'Hij vond het vreselijk als mensen iets van hem wilden of te dichtbij kwamen. Ook in letterlijke zin: in het vliegtuig kwamen wel eens fans naar hem toe en raakten hem aan. Dat vond hij verschrikkelijk, daar werd hij agressief van. Mensen moesten op afstand blijven', zegt iemand in Boud en dat staat dan weer compleet in tegenstelling tot wat blijkt uit een hoofdstuk onder de titel Aandachtshonger. 'Regelmatig had [muziekblad] Oor mensen nodig om artiesten te interviewen die voor een optreden in het land waren. Als het even kon, probeerde Boudewijn op die manier zijn jeugdhelden te spreken.'
Zelf fan dus.
Maar laat tegenstellingen nu net het leven van Büch uitmaken en dat wist iedereen die hem kende of volgde eigenlijk altijd al. Dus toen het nieuws van Büchs overlijden bekend raakte (dat was op 23 november 2002, hij stierf aan een hartstilstand, fans weten perféct waar ze waren toen ze een sms'je kregen waarin dat droeve nieuws stond, ik las het in de auto in Brasschaat) kwam het allemaal naar buiten. Leugens over een zoon die hij niet had. Zijn relatie met zijn moeder. Tot de umlaut op Büch. Zijn hele leven eigenlijk: allemaal verzonnen.
''Ziekelijk', 'manisch-depressief', 'dwangmatige leugenaar' en 'pathologische fantast' waren slechts een paar van de diagnoses die door pers en publiek werden gesteld. Bijna alle artikelen en reportages die na Büchs dood verschenen, gaven haarfijn aan waar feit van fictie gescheiden moest worden, om vervolgens te concluderen dat hij een leugenaar was. Daarmee was het verhaal blijkbaar rond. Ik vond dat vreemd', schrijft Eva Rovers die in 2010 inging op de zoektocht van de Werkgroep Boudewijn Büch Biografie naar een, ja, biograaf.
Dat werd zij en vanaf 2011 begon ze door 67 dagboeken, 2.000 ontvangen brieven, duizenden knipsels en honderden uren audio- en beeldfragmenten te zoeken. Doel? De ultieme biografie? Onmogelijk eigenlijk, want schrijft ze: 'Hij maakte royaal gebruik van autobiografictie, een nauwelijks te ontwarren verknoping van autobiografie en fictie'.
Pedofilie
Vraag is: wil je als lezer - weze het als fan - dat hele leven ontrafeld zien? Wil je zekerheden? Wil je de demystificatie van wat Rovers mooi de Comédie Büchienne noemt?
Ja. En neen. Ja, omdát Boudewijn Büch nu eenmaal die intrigerende man was die zichzelf als doctorandus in de psychofarmacohistorie uitgaf (tot hij later merkte dat dat strafbaar was), die uitzinnig verliefd kon worden op het jongetje Gijsje en dus het in die tijd precies toch minder gevoelige thema van de pedofilie aanraakte, maar ook op vrouwen als Anki, Willemijn, Marianne, Marie-José, Loan of Pauline en dan toch homo was. De 'culturele alleseter', prachtomschrijving, die wekelijks voor honderden guldens boeken kocht en die binnensleepte in zijn 17de-eeuwse pand aan de Keizersgracht dat De Koning van Zweden heette.
Ja, absoluut wil je dat weten en dat maakt Boud tot een boek dat Büch recht doet in de fascinatie. Kijk, op pagina 27 een foto en een anekdote die z'n moeder naar Eva stuurde. 'Boudewijn ook koekje wassen', werd in 1951 het allereerste citaat van de driejarige Büch in de pers.
Maar we schreven ook 'neen', over die zogenaamde 'demystificatie'. Dat moet niet, en in die val trapt Eva Rovers ook niet. Al heel vroeg schrijft ze: 'De belangrijkste beperking die ik mijzelf bij het schrijven van deze biografie heb opgelegd, is om Büch geen psychologisch etiket op te plakken. Van alle diagnoses die na zijn dood werden gesteld, was er één verreweg het meest populair: Büch zou geleden hebben aan pseudologia fantastica.'
En waarom niet? 'Het probleem van deze diagnose is echter dat er in de medische wereld geen overeenstemming bestaat over pseudologia fantastica; het komt in het psychiatrisch handboek DSM-5 niet eens voor', schrijft Rovers. 'Voor Büch waren leven en literatuur onderdeel van dezelfde caleidoscopische verzameling, waar hij naar hartenlust facetten aan toevoegde zodat er telkens nieuwe verbindingen ontstonden.'
Die Comédie Büchienne dus.
Dat is een perfect verdedigbare wijze om het verzameld leven van Boudewijn Büch in kaart te brengen. Of hij zijn gedichten en romans nu op zijn eigen - al dan niet gefantaseerde - leven baseerde? Of zijn passie voor de dood, voor Sylvia Plath, Goethe natuurlijk en het afrekenen met de 'hel' die het jeugdgesticht was, nu terugging op echte levenservaringen of een bijeengesprokkelde realiteit? Het doet er weinig toe.
Zelf schreef hij: 'Het is allemaal echt gebeurd. Maar de vormgeving is anders. Taalgebrek. Zo praat ik louter leugens goed.'
De verbeelding van personages en verhalen werden verbeeldingen van zijn eigen personage. De verbeelding van wat het leven zou kunnen zijn. En waarom verzamelde die kleine vreemde man die 'het liefst zijn eigen leven wilde herschrijven' dat bestaan? Hij zei het zelf: 'Ik heb de keuze tussen keihard doortypen of gek worden'. En elders: 'Ik moet schrijven, als therapie, om me van de totale gekte af te houden'.
Waren al die boeken geweldig? Neen hoor, maar sommige wel.
Het dodo-botje
16 mei 2000, voor de tweede keer rijden we naar Amsterdam voor een gesprek met Boudewijn Büch. De eerste keer was dat in 1992 gebeurd, toen mocht er geen fotograaf mee, zonde: zijn bibliotheek in De Koning van Zweden blijft de mooiste plaats ooit waar ik iemand mocht interviewen.
In 2000 mag fotograaf Luc Daelemans wel mee, zo blij is Büch met De kiezen van de keizer, een verhaal dat hij in opdracht van het Gallo-Romeins Museum in Tongeren schreef en waarvoor Daelemans de foto's maakte. Uitzonderlijk geeft hij nog eens een interview, maar niet in zijn huis. "Mag niet van de verzekeringen", zegt hij. "Mijn collectie is te veel waard. Ze willen die niet meer op foto in een krant zien."
Het gesprek zelf zit in de herinnering met vooral bijzonder veel zenuwen, de immer gedreven Büch die gepassioneerd vertelt over al die reizen, die uithaalt naar Jeroen Brouwers en Reve en Guido Gezelle looft. Maar de titel wordt: 'Ik trek me steeds meer terug'. En ergens zegt hij: 'Ik voel me buitengewoon ongelukkig en ik weet niet wat ik er aan moet doen. Het verzamelen, de suppoost worden van mijn eigen museum, dat is nog de enige zekerheid die ik heb. Dat ik thuis mijn spulletjes bewaak. Maar voor wie en voor wat, dat weet ik niet meer.'
Wie weet wat nog? Boud lezen helpt en dompelt je onder in, jawel, de wereld van Boudewijn Büch. In de man die liedjes achterna reisde en beteuterd moest zeggen dat in het Amarillo van Neil Sedaka's 'Is This the Way to Amarillo' geen bal te beleven viel.
Of die, en Rovers noemt het terecht een hoogtepunt, aan de directeur van het Mauritius Institute durfde te vragen: 'So perhaps you can give me one little bone', toen die hem een paar botjes van de uitgestorven dodo's toonde. En die hij kréég. De blik die dat opleverde, is een onvergetelijke scène. Schrijft Rovers: 'Dankzij die verwondering zorgde Boudewijn ervoor dat de vergeten loopvogel opeens een landelijke bekendheid werd.'
Maar nog veel belangrijker is wat dan volgt.'Jaren later kwamen David en Thomas (twee medewerkers van Büchs programma, RVP) erachter dat het befaamde botje van een landschildpad was, waar ze hard om moesten lachen: 'Wat maakt dat nou uit? Het was zijn fascinatie en die bracht hij over.'
Dat was de magie van Büch. Het is ook de magie van Boud.
Prometheus, 580 p., 29,90 euro.
G. Swaenepoel
In 2002 overleed schrijver, bibliofiel, televisiemaker en bekende Nederlander Boudewijn Büch enkele weken voor zijn vierenvijftigste verjaardag aan een hartaanval. Dat Büch een fantast was die zijn eigen werkelijkheid creëerde, is bekend. Hij verzon het bestaan van een zoontje en zei later dat het kind gestorven was. Hij deed zich voor als homoseksueel of als pedofiel om extra aandacht voor zijn eerste dichtbundel te genereren. Büch fabuleerde over het oorlogsverleden van zijn vader en zijn Joodse afkomst, over de grote erfenis die hij en zijn broers kregen, over nooit gevolgde universitaire opleidingen... Eva Rovers zet Büch neer als iemand die door het verzinnen van verhalen probeert vat te krijgen op zijn eigen leven. Ook zijn dwepen met Goethe en de Rolling Stones is daar onderdeel van. Zijn verhalen brachten hem succes, waarvoor hij een zware prijs betaalde: eenzaamheid. Met wie te dicht bij de waarheid kwam, verbrak Büch het contact. 'Boud' is een sterke biografie over iemand die voortdurend zoekt naar erkenning. Met notenapparaat, bibliografie en personenregister.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.