Jun-do is een eenvoudige jongen, zoon van een verdwenen moeder en een invloedrijke vader. Hij klimt op tot rivaal van de leider van de Democratische Volksrepubliek Korea. Jun-do proeft voor het eerst van de macht wanneer hij een kamp voor weeskinderen leidt. Híj selecteert welke kinderen mogen eten en welke worden uitgeleend voor zware fysieke arbeid. Vanwege zijn loyaliteit en scherpe instincten trekt hij al snel de aandacht van regeringsfiguren. Zo wordt hij een professionele kidnapper die, om in leven te blijven, eindeloos moet laveren tussen steeds wisselende regels, willekeurig geweld en de ronduit verbijsterende eisen van de opperheren.
Ophelia en haar twee minnaars, de een de vredelievende botanicus Ben, de ander de geharde oorlogsveteraan Chon, leiden een idyllisch leventje op het strand van Laguna Beach waar ze een succesvol wiethandeltje drijven tot keiharde Mexicaanse drugsbazen hen in de gaten krijgen.
Twee politieagenten, de een popelt om het dynamische straatwerk te doen, de ander een bureaucratische ambtenaar die het op straat maar eng vindt, vormen een koppel die een internationale bende moet aanpakken