Kees Bakels (12 jaar) woont in 1895 in Amsterdam. Hij is een fantasierijke, dromerige jongen, maar als zijn vader ziek wordt moet hij snel volwassen worden. Vanaf ca. 9 jaar.
In Brabant heeft Albert vanaf zijn jeugd in de jaren vijftig een band met zijn eigenzinnige en verbitterde tante Tiny. Hem wordt langzamerhand duidelijk dat ze zo geworden is door haar jarenlange worsteling met haar familie.
Het leven van zakenvrouw Liv staat volledig op zijn kop na het neerstorten van het vliegtuig waar haar man Simon in zat. In de nasleep van deze vliegramp ontdekt ze het duistere verleden van Simon.
In 1995 verdwijnen in Schouwendam twee scholieren spoorloos; 25 jaar later komt een man in het dorp die beweert een van die scholieren te zijn. De politie doet onderzoek.