Een 31-jarige vrouw kijkt aan het einde van de twintigste eeuw terug op haar schijnbaar idyllische jeugd op een afgelegen Engelse kostschool en de band die ze daar had met twee andere kinderen.
De aristocratische familie Compson is na de Burgeroorlog aan lager wal geraakt. Via verschillende verteltechnieken geven drie broers commentaar op de schande die hun zus Caddy de familie heeft berokkend door een seksuele escapade. De zwakzinnige Benjy vertelt liefdevol over zijn zus in fragmentarische herinneringen die chronologisch verspringen. De intellectueel Quentin pleegt zelfmoord na een crisis die in een lange gedachtestroom (zonder interpunctie) is opgetekend. De geldbeluste Jason verstoot zijn zus, die hij verantwoordelijk acht voor de teloorgang van de familie.