Tijdens de grote economische crisis die in Duitsland vooraf gaat aan de machtsovername door de Nazi's komt het geluk van een pasgetrouwd stel zwaar onder druk te staan.
In de lotgevallen van zeven mannen die in oktober 1937 uit een Duits concentratiekamp weten te ontsnappen, geeft de auteur een beschrijving van het dagelijkse leven in het Derde Rijk.
Autobiografie van de expressionistische toneelschrijver Ernst Toller (1893-1939) over zijn jeugd, zijn oorlogservaringen en vooral de vooraanstaande rol die hij in de kortstondige Beierse Radenrepubliek van arbeiders, boeren en soldaten in 1919 speelde.
In weerwil van de grote economische crisis van de jaren twintig geloven verkoper Johannes Pinneberg en zijn vrouw Engeltje in het geluk. Maar dat geluk wil - kort voor de machtsovername van de nationaalsocialisten - maar niet komen. Pinneberg is amper met zijn Engeltje getrouwd en de eerste problemen doen zich al voor. De strijd om het overleven begint en hun kleine jongetje heeft melk en schone luiers nodig. Als verkoper op de afdeling herenmode in het warenhuis leert Pinneberg: de kleine man moet werken als een paard - of hij vliegt eruit. En Pinneberg vliegt eruit omdat hij te weinig omzet haalt. Hij moet zich aansluiten bij het leger van miljoenen werklozen. Maar Engeltje geeft niet op en neemt het heft van het leven van haar vertwijfelde man in handen.