Een jongen verhuist na de dood van zijn vader van München naar Berlijn, waar hij in tegenstelling tot wat hij zijn moeder en broertje doet geloven, niets van de grond krijgt.
Agent Bernie Gunther onderzoekt in het Berlijn van de jaren 20 van de 20e eeuw de gruwelijke moorden op enkele prostiuées en oorlogsinvaliden door een moordenaar die de straten van Berlijn van gedegenereerden wil zuiveren.
In 1943 verhuist een kleine Duitse jongen met zijn vader, een militair, naar een vreemde plek waar joodse mensen in gestreepte pyjama's achter een hek leven. Vanaf ca. 15 jaar.
Tijdens de grote economische crisis die in Duitsland vooraf gaat aan de machtsovername door de Nazi's komt het geluk van een pasgetrouwd stel zwaar onder druk te staan.
Berlijn, 1943. Bernie Gunther werkt voor het Bureau Oorlogsmisdaden van de Wehrmacht, waar hij belast wordt met het onderzoek naar de massamoord op Poolse officieren. Zowel de Wehrmacht als minister van Propaganda Goebbels willen, hetzij om verschillende redenen, hetzelfde: onweerlegbaar bewijs van Russische gruweldaden.
In 1943 verhuist een kleine Duitse jongen met zijn vader, een militair, naar een vreemde plek waar joodse mensen in gestreepte pyjama's achter een hek leven. Vanaf ca. 15 jaar.
Een Berlijns echtpaar dat het bericht krijgt dat hun zoon voor de Führer is gevallen, besluit verzet te plegen d.m.v. het verspreiden van briefkaarten met teksten die het naziregime hekelen.
Een inspecteur van politie wordt in het Berlijn van 1926 geconfronteerd met enkele moorden die te maken hebben met de dreigende communistische revolutie, de opkomst van het nazisme en de aanwezigheid van veel Russische bannelingen.
De grootmoeder van Hannah, een jonge vrouw uit Berlijn, blijkt de enige erfgename te zijn van een nog verloren schilderij van Vermeer uit een nazi-kunstroof. Dat wekt Hannah's nieuwsgierigheid en ze gaat op onderzoek uit.
Een jonge begaafde letterkundige weet zijn weg niet meer te vinden in de volkomen ontredderde toestand van Duitsland na de Eerste Wereldoorlog. Oorspronkelijke versie van de roman 'Fabian'.
Levensverhaal van de moeder van de Duitse auteur (1927-2016), die in Berlijn een uitbundig leven leidde totdat ze met haar kinderen naar het buitenland moest vluchten als Hitler aan de macht komt.
Thomas Heiselberg, een briljante en ambitieuze marktonderzoeker, zet in het Berlijn van de jaren dertig alles op het spel om succesvol te worden. Een nieuw bewind is aan de macht in Duitsland en Thomas beseft dat hij zijn talenten moet inzetten om te overleven in het Derde Rijk. Op dat moment staat in Leningrad de Joodse Aleksandra Vajsberg voor een onmenselijke keuze. Haar ouders zijn door de communistische machthebbers bestempeld als ‘vijanden van het volk’ en zijn hun leven niet meer zeker. Om haar broertjes eenzelfde lot te besparen, is Aleksandra gedwongen samen te werken met het regime dat haar familie bedreigt.
Claire is de dochter van een beroemde Franse schrijver. Ze werkt aan het einde van de Tweede Wereldoorlog als chauffeur voor het Franse Rode Kruis. Claire is vastbesloten zichzelf nuttig te maken en ondanks alle ellende om zich heen geniet ze van haar vrijheid. Wanneer er een einde aan de oorlog komt, vertrekt ze met pijn in haar hart naar haar ouders. Maar in Parijs kan ze niet meer aarden. Ze besluit haar verloving te verbreken en wordt uitgezonden naar het verwoeste Berlijn. Daar ontmoet ze Yvan, een charmante Fransman van Russische afkomst. Het is het begin van een hartstochtelijke maar vrijwel onmogelijke liefde.
Persoonlijke ervaringen van de auteur tijdens een verblijf in Berlijn, met overpeinzingen over de hedendaagse tijd, vastigheid versus vluchtigheid en de rustgevende werking van de natuur.