April 1978. Katja is zeventien en zwanger. Ze verhuist naar 'de zolder', waar ze samen met andere zwangere meisjes de bevalling afwacht. Het gaat er streng aan toe. In haar dagboek schrijft Katja brieven aan haar ongeboren kindje. Dan ontdekt ze dat 'de zolder' een groot geheim verbergt.
Een jongeman wordt vrijgesproken van een zedenmisdrijf met een kind en is vastbesloten een beter mens te worden, maar zijn vastberadenheid wordt op de proef gesteld als hij een nieuw buurmeisje krijgt.