De verteller in deze roman is geboren en getogen in het Tsjechische Theresienstadt, waar tijdens de Tweede Wereldoorlog het beruchte concentratiekamp werd ingericht. Het is een stad vol onderaardse gangen, catacomben, barakken en geheime plekken. Om de in verval geraakte stad van de ondergang te redden wordt de herinnering aan de oorlog commercieel uitgebuit. De verteller wordt ook uitgenodigd om toeristen te helpen lokken naar Wit-Rusland, waar de duivel zijn werkplaats had, en waar zich vóór, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog slachtingen hebben voorgedaan die de bevolking hebben gehalveerd.
Na omzwervingen door Europa keert een reizend artiest met zijn niet sprekende zoon en baby terug in zijn geboortestreek rond de rivier de Sázava in Tsjechië, waar allerlei absurde gebeurtenissen hen voortdurend dwingen te vluchten.
Ga met Jáchym Topol en zijn drie metgezellen mee op reis door Galicië in Centraal-Europa en kom in aanraking met de bewogen, bloedige geschiedenis van die streek. Lees over de vervolgde, gedeporteerde en bijna uitgeroeide Lemken, ‘de Midden-Europese Boskoerden’. Lees over de bijzondere lotgevallen van het verbazingwekkende Tsjechoslowaakse leger van generaal Svoboda dat hier in de Tweede Wereldoorlog slag leverde met de Duitsers. Lees deze reiskroniek en ontdek de nog altijd aanwezige (nationalistische) sentimenten die ook nu weer de kop opsteken in de oorlog tussen Rusland en Oekraïne. Of maak met Topol een trip naar het station en krijg een blik op hoe Tsjechoslowakije worstelde met de nieuwe tijd kort nadat het zijn vrijheid in 1989 had herwonnen.