Lotje krijgt bij toeval het winnende loterijlot in handen. Wanneer zij dat terugbrengt naar de eigenaar, komt zij samen met haar vriend Pipo in een wereld met nepkunstenaars en schilderijvervalsingen terecht. Vanaf ca. 9 jaar.
Wiet is een vreemde vogel. Vliegen kan hij niet, maar zingen kan hij als de beste. Alleen is niet iedereen in het bos het daarmee eens. Vanaf ca. 7 jaar.
In een geheim doosje spaart Cleo geld om te ontsnappen aan het leven dat zij leidt: ze woont in een armoedige flat, haar vader is overleden en haar moeder redt het allemaal maar net. Vanaf ca. 10 jaar.
In de houtzagerij verdient Brent een zakcentje en luistert hij naar de verhalen van de broers Petrus en Albert. Hij heeft een goede band met Albert, hetgeen hem helpt om de dood van zijn vader te verwerken. Vanaf ca. 10 jaar.
De 10-jarige Minne (ik-figuur) speelt vaak met haar broertje Seppe op zolder. Daar probeert zij hem te beschermen tegen de boze stemmen van beneden. Vanaf ca. 10 jaar.
Hond Spot krijgt een nieuw huisgenootje: de kat Muis. Muis is veel vrijer dan Spot, die houdt van zekerheid. Op een nacht neemt Muis Spot mee op avontuur. Vanaf ca. 7,5 jaar.
Wanneer het leven van de bosrandbewoners wordt bedreigd door hongerige zwerfkatten, is het voor de Boeboek-kinderen gevaarlijk maar ook spannend om in het bos te gaan spelen. Vanaf ca. 9 jaar.
Sammie gaat samen met de geest van zeerover Sjarel Stokvis op zoek naar een gestolen juweel; hij moet het daarbij opnemen tegen Flatulus, de boosaardige vorst van de wind. Vanaf ca. 10 jaar.
Speurneus Nina vreest dat haar leventje met broer Kjell en mama in gevaar komt: volgens haar wijst alles erop dat haar moeder toe is aan een vriend en die nog gevonden heeft ook! Vanaf ca. 8 jaar.
Harm (11, ik-figuur) heeft een geheim. Zijn vader zit in de gevangenis, maar tegen anderen zegt Harm dat hij dood is. Dan komt zijn vader vrij. Vanaf ca. 10 jaar.