Aan de hand van o.a. zwartwitfoto's en korte verhalen komen de belangrijkste gebeurtenissen in de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) aan de orde. Vanaf ca. 10 jaar.
Siska (11) woont alleen met haar moeder, die haar heeft verteld dat haar vader is overleden toen ze nog heel klein was. Op een dag komt ze oog in oog te staan met een meisje dat als twee druppels op haar lijkt. Vanaf ca. 10 jaar.
Een 16-jarige jongen, die nog maar kort te leven heeft, doet een beroep op zijn vrienden om hem te blijven steunen en ervoor te zorgen dat hij niet als een kasplantje in het ziekenhuis terechtkomt.
Twee Belgische jongens ontdekken tijdens hun vakantie aan de Noord-Franse kust een krant uit 1944 waarop een boodschap in bloed staat. De jongens gaan op onderzoek uit. Vanaf ca. 12 jaar.
De 16-jarige knappe Noralie valt op een feestje voor de mysterieuze Odysseus. Bij hun eerste echte ontmoeting ontdekt Noralie dat zijn gezicht verminkt is door een brand. Hoe moet ze daarmee omgaan? Vanaf ca. 14 jaar.
Sammie gaat samen met de geest van zeerover Sjarel Stokvis op zoek naar een gestolen juweel; hij moet het daarbij opnemen tegen Flatulus, de boosaardige vorst van de wind. Vanaf ca. 10 jaar.
Lotje krijgt bij toeval het winnende loterijlot in handen. Wanneer zij dat terugbrengt naar de eigenaar, komt zij samen met haar vriend Pipo in een wereld met nepkunstenaars en schilderijvervalsingen terecht. Vanaf ca. 9 jaar.
Jérôme wil skie͏̈n in de regionale skiselectie. Als eenvoudige boerenjongen heeft hij minder mee dan zijn zwaar gesponsorde leeftijdgenoten. Vanaf ca. 12 jaar.
Nikki Nikkel vermaakt zich in de vakantie op haar eigen manier: ze vecht met jongens, rijdt op een motorfiets en doet ook nog mee aan een talentenjacht. Vanaf ca. 9 jaar.
Thalassa (ik-figuur) groeit op in een streng traditioneel woestijndorp. Ze is anders dan de andere kinderen. Als haar vriend Bashir moet vluchten, belooft ze dat ze hem achterna zal komen. Vanaf ca. 15 jaar.
In de Franse Provence neemt een 15-jarig meisje, dat pas tot ridder is geslagen, het op voor de ketterse Waldenzen, die op wrede wijze vervolgd worden door de rooms-katholieke kerk.
Door middel van dagboekfragmenten en delen van telefoongesprekken wordt duidelijk hoe het komt dat Marjan het niet meer ziet zitten en het idee heeft dat het voor haar nooit meer licht wordt.