In 1983 schreef Marion Bloem haar debuutroman Geen gewoon Indisch meisje. In Indo schrijft ze, gerijpt door levenservaring, met nieuwe inzichten, over de thematiek van haar debuut. Met kritisch vermogen kijkt ze naar de vrouw die ze in de jaren tachtig was.
Autobiografische roman over een bestuursambtenaar in de Nederlandse kolonie Nederlands Nieuw-Guinea in de periode 1958 tot 1962, toen de kolonie moest worden opgegeven.
Een 17-jarig meisje verlaat Jakarta om in Nederland te gaan studeren, trekt in bij haar oude Indische opa en oma en reconstrueert haar familiegeschiedenis,
Amsterdam, 1733. Koopmanszoon Vincent wordt door zijn vader naar Indië gestuurd. Aan boord van de Sara Jacoba ontdekt hij dat de bemanning handelswaar verduistert. De bemanning is niet blij met zijn spionage en laat hem achter op een onbewoond eiland.
Levensbeschrijving van vader Rinus, die emigreerde naar Nederlands-Indie͏̈ en in een jappenkamp belandde, en dochter Ida van Mastrigt. Beiden bouwden later een bestaan in Argentinie͏̈ op.