In dit boek beschrijft Oek de Jong de geschiedenis van Abel Roorda, zijn ouders en grootouders én de grote verandering die Nederland onderging in de periode tussen de Hongerwinter van 1944 en de komst van de grote welvaart in de jaren zestig. De roman speelt zich af in Amsterdam en op het Friese en Zeeuwse platteland.
Een groepje jongeren maakt de straten onveilig. Een van de bendeleiders wordt opgepakt, maar maakt ook in gevangenis amok. De overheid besluit tot een wetenschappelijk experiment: geweld moet hem wezensvreemd worden. Het experiment heeft echter een paar onverwachte bijwerkingen.
Een Amerikaans ouderpaar uit de lagere middenklasse is zeer verbaasd als hun dochter ervoor kiest naar een dure privé-kostschool te gaan, waar ze zo haar best moet doen dat ze haar identiteit dreigt te verliezen.
Gioia (17) is een buitenbeentje in haar klas. Als ze Lo ontmoet, heeft ze eindelijk een zielsverwant. Ze krijgen zelfs een relatie, maar is hij wil wie hij zegt dat hij is? Vanaf ca. 15 jaar.