Tegen de achtergrond van de gebeurtenissen in het Boedapest rond de Tweede Wereldoorlog staan de achtereenvolgende huwelijken van een vermogende, adellijke Hongaarse ondernemer onder druk.
In 1936 wordt in Boedapest een hoertje dood gevonden met een joods gebedenboek in haar tas; als een misdaadjournalist een naaktfoto van dit meisje onder ogen heeft gekregen, gaat hij zich in de zaak verdiepen.
In 1937 wordt een jonge Hongaarse jood gedwongen zijn studie architectuur in Parijs af te breken omdat zijn familie wordt blootgesteld aan het aanzwellende antisemitisme en later oorlogsgeweld.
Een dienstmeisje bij een rijke familie, slachtoffer van de uitbuiting van de sociaal zwakken, neemt wraak voor de ondergane vernederingen door haar meneer en mevrouw te vermoorden.