Moraalfilosofisch pleidooi voor een levensopvatting die uitgaat van de vooronderstelling dat toekomstige generaties ertoe doen en streeft naar het op lange termijn positief beïnvloeden van de toekomst. Met illustraties.
Onderzoek naar het ontstaan van het idee van ’normaliteit’ met betrekking tot het menselijk lichaam en gedrag in de westerse maatschappij sinds de jaren ’30 van de 19e eeuw, waarbij de auteur ingaat op de opkomst van onderdrukkende waardesystemen en het idee weerlegt dat de ‘normale’ mens bestaat. Met zwart-witillustraties.
Een man wordt tijdens een onderzoek naar een vliegtuigramp fysiek achtervolgd door mannen met insignes, en mentaal door zijn angsten, vader en zus — de liefde van zijn leven.
Portretten van geniale onderzoekers, wier ontdekkingen in het recente verleden ook hebben geleid tot monsterlijke uitvindingen, zoals gifgas, Zyklon B en de atoombom.
Sander Herremans viel van zijn geloof op zijn achtste, toen hij ontdekte dat de Kerstman niet bestaat. Voortaan zou hij strijden tegen elke leugen van volwassenen, dus ook tegen het verzinsel God. Toch gaf deze strijd hem weinig voldoening. Hij bleef worstelen met het feit dat de meerderheid van de wereldbevolking zich wél tot een religie rekent. Er moest iets zijn wat hem ontging. Tijdens een reis door India vond hij een sleutel tot interpretaties die de tegenstelling tussen wel of niet geloven herdefiniëren. In dit boek maakt Herremans de vertaalslag naar verschillende religies zoals het christendom, de islam en zelfs voodoo. De atheïst is nu een vurig supporter van religieuze levensbeschouwingen geworden. Religie gaat immers vooral over het hier en nu. De wereld staat misschien wel voor de grootste uitdagingen die de mensheid ooit heeft gekend. Sander Herremans toont aan dat diepgaande spiritualiteit en religiositeit vandaag meer nodig zijn dan ooit. Een atheïstische interpretatie van religies dringt volgens hem het diepst door tot de waarde ervan.