In 1732 vertrekt een rijke koopmansdochter met haar veel oudere man naar Jamaica, waar ze haar grote liefde ontdekt, maar ook kennis maakt met de wrede omstandigheden waarin slaven werken.
Een jonge vrouw voelt zich aangetrokken tot een man die op een van de Caribische eilanden is gestrand, maar door de invloed van haar oom lijkt hun kans op liefde ver weg…
Een jonge vrouw verstopt zich aan boord van het schip van haar broer om de roddelpers te ontvluchten. Maar voordat ze haar broer kan spreken, zit ze opgescheept met een kapitein die heel iemand anders blijkt te zijn...
Een zwarte jongen wordt vrijgesproken van moord op een rijke, aan drank verslaafde blanke vrouw en zoekt zijn toevlucht bij de enige vriendin die hij nog heeft: een boot die hem herinnert aan enkele fijne jaren.