Paviljoen 3 is een kleine psychiatrische afdeling in een groot universiteitsziekenhuis, een wereld van pillen en pasjes die worden verstrekt door een oppermachtige staf, van gehaaide oudgediende patiënten, een wereld waarin je van moment naar moment een verward leven leidt op de rand van de eeuwigheid. Bette Howland was een van die patiënten. In 1968 was ze eenendertig, een alleenstaande moeder van twee jonge zonen die haar best deed om haar gezin te onderhouden van het salaris van een parttime bibliothecaresse en daarnaast dag en nacht achter haar typemachine zat omdat ze schrijver wilde worden. Op een middag nam ze, terwijl ze in het appartement van haar vriend Saul Bellow verbleef, een handvol pillen in. Paviljoen 3 is zowel een geestig portret van de gemeenschap op de psychiatrische afdeling als de beschrijving van een beslissende periode in het leven van een schrijver.
Een alleenstaande moeder die schrijver wil worden, neemt op een dag een handvol pillen in en belandt op een psychiatrische afdeling. Vanuit daar schetst zij een doeltreffend portret van de psychiatrische gemeenschap, terwijl zij tegelijkertijd zoekt naar een uitweg voor haar eigen problemen.