Het leven van Anne Frank verteld voor jonge kinderen a.d.h.v. tien thema's: spelen, familie, oorlog, maatregelen, angst, dagboek, overleven, verliefd, verraden en verschrikkingen. Van haar zorgeloze beginjaren tot het intens verdrietige einde. Met fotokatern.
Samuel en zijn familie worden midden in de nacht door de Duitse SS opgepakt. Samen met honderden andere Joden worden zij naar een kazerne in Mechelen gebracht. Wat zal hen te wachten staan? Vanaf ca. 12 jaar.
Vlak voor zijn overlijden vertelt Benyamin Jacoby (ik-figuur) aan zijn kleinzoon Pieter (12) hoe hij als 15-jarige Joodse jongen in de Tweede Wereldoorlog het concentratiekamp Auschwitz overleefde. Vanaf ca. 13 jaar.
In 1939 brengen de nazi's de joodse bevolking van het Poolse Lodz onder in een getto. Van de 270 000 mensen overleven er 800 de oorlog, waaronder 12 kinderen. Dit is het verhaal van één van die kinderen, Syvia. Zij vertelt hoe het leven in het getto hard was en vol honger, kou en dood, maar ook hoe het geluk soms toch niet veraf was.
Het Joodse meisje Rena Finder groeit op in de Poolse stad Krakau. Als ze elf is wordt Polen bezet door de nazi’s. Doordat Rena terechtkomt in de fabriek van Oskar Schindler, heeft zij de gruwelen van de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog en een verblijf in Auschwitz kunnen overleven. Vanaf ca. 10 jaar.
Anne Frank beschreef in haar dagboek meerdere keren de paardenkastanje die zij vanuit het Achterhuis kon zien. In dit verhaal blikt de kastanjeboom terug op zijn leven: de vreselijke gebeurtenissen tijdens de oorlog en het bijzondere meisje achter het dakraam.
De 10-jarige joodse Ziska (ik-figuur) uit Berlijn wordt in 1938 gedwongen te vluchten naar Londen. Bij alle verschrikkingen van de oorlog en de problemen met haar orthodox-joodse pleegouders groeit ze op van tienermeisje naar volwassen vrouw. Vanaf ca. 15 jaar.
Het joodse meisje Ester (ik-figuur) verliest tijdens de Tweede Wereldoorlog haar ouders en wordt naar een kinderweeshuis in Warschau gebracht. Ester kan door haar trauma niet meer praten en schrijft over haar ervaringen in een dagboek. Vanaf ca. 14 jaar.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zit Esther in de gevangenis. Ze wil niets liever dan een lappenpop maken voor haar dochtertje Hannah. Maar dat is verboden. Zal het Esther lukken om Hannah een pop te geven? Vanaf ca. 10 jaar.
België, 1942. Grote aantallen Joden worden vanuit België per trein gedeporteerd. Ook Sarah (ik-persoon) en haar familie hebben een brief gekregen. De jonge Joodse dokter Youra bedenkt een plan om zo’n dodentrein tegen te houden en zoveel mogelijk mensen te laten ontsnappen. Vanaf ca. 13 jaar.
Ruth Gruener is vijf als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt. Ze belandt met haar Joodse familie in een Pools getto en overleeft de oorlog door met haar ouders op allerlei plekken onder te duiken. Na de oorlog emigreren ze naar de Verenigde Staten, waar Ruth trouwt met Jack Gruener. Waargebeurd verhaal. Vanaf ca. 13 jaar.
Het joodse meisje Elske (ik-figuur) vertelt over het halfjaar dat ze moest onderduiken. Ze weet niet waar haar ouders en twee broers zijn, maar toch heeft ze het naar haar zin. Vanaf ca. 9 jaar.
Als enige overlevenden van een pogrom in hun Poolse dorp in 1920 reizen de twee zusjes Devorah (ik-figuur) en Nechama samen met een joodse weldoener naar Zuid-Afrika, waar een nieuw leven op hen wacht. Vanaf ca. 13 jaar.
Aan de hand van oorspronkelijke documenten wordt weergegeven hoe de Tweede Wereldoorlog begon en hoe deze verliep. Er is aandacht voor o.a. het verdrag van Versailles, de opkomst van Hitler, Pearl Harbor, de holocaust en operatie Overlord. Met vele kleurenillustraties. Vanaf ca. 12 jaar.