Onder gejuich van vaders en moeders duiken de jonge duiven vanuit de dakgoot naar beneden om eten te zoeken. De duif Telemark heeft nog nooit gedoken en wacht zenuwachtig zijn beurt af.
Hondje Fred is bevriend met Wolk. Wanneer de wind Wolk wegblaast, volgt Fred hem. Samen maken ze een geweldige reis. De tekst van de verhalen wordt qua moeilijkheidsgraad opgebouwd.
De jongen houdt van stil. Het meisje houdt van wild. Hij is Jakob. Zij is Jakoba. Ze durft alles wat hij niet durft. En ze kan alles wat hij niet kan. Maar dan gebeurt er iets... En plots is het andersom.
Een kleine man komt bij zijn ochtendwandeling een verbazingwekkende figuur tegen. Na een korte kennismaking blijkt het God te zijn. Samen brengen ze de dag door. Het wordt een ontmoeting om nooit te vergeten.
Davy is ziek. In zijn buik hoort de dokter het gerommel van een leger dat strijdt tegen de vijand. Wanneer deze verslagen is, zal Davy beter worden. Davy denkt dat de dokter hem wat wijsmaakt.
Niemand is helemaal alleen en verveelt zich dood. Dan voelt hij plotseling een tik. Het is Iets, de botsbal van Ik. Iets leidt Niemand naar Ik. Dat is het begin van een romance.
Een koning en koningin verwachten hun eerste kindje. De koningin wil graag een wit konijntje, de koning wil een eekhoorntje. Een boekje over verlangen naar het onmogelijke. De tekst is op rijm.
Het groene bos wordt gekapt door grote machines. Alle dieren vluchten, behalve de slapende luiaard. Zijn boom wordt als laatste gekapt. Dan komt er een man die zaadjes strooit.
Een vrouw wil een kind, nu! Haar man gaat direct op pad. Wat voor kind zou ze graag hebben? Een jongetje of een meisje? Blond of bruin? Hij wijst een reeks kinderen af. Het kindje dat hij meebrengt, is toch niet helemaal zoals zijn vrouw verwacht had.