Als drie heksen voorspellen dat de jonge Macbeth koning zal worden, laat hem dat niet meer los. Prentenboek met paginagrote kleurenillustraties met een bewerking van de tragedie Macbeth van Shakespeare. Vanaf ca. 12 t/m 18 jaar.
Het is bedtijd voor Kleine Beer. Hij vraagt aan Mama Beer of ze drie verhaaltjes wil vertellen voor het slapengaan. Eerst die over de Slaapbewaakster, dan over het dappere meisje Zhora dat verdwaalt en als laatste over het mannetje Bo. Prentenboek met paginagrote potloodtekeningen in o.a. fluorescerend roze. Vanaf ca. 4 jaar.
De jongen houdt van stil. Het meisje houdt van wild. Hij is Jakob. Zij is Jakoba. Ze durft alles wat hij niet durft. En ze kan alles wat hij niet kan. Maar dan gebeurt er iets... En plots is het andersom.
Het potlood William woont in een houten doos met zijn zes broertjes. William wil niet langer wachten tot iemand hem oppakt om mee te schrijven en gaat de wijde wereld in. Vanaf ca. 9 jaar.
Ferre woont bij zijn oma. Hij voelt zich vaak eenzaam en wordt op school gepest. Dan vertelt zijn oma hem een fantastisch verhaal over zijn moeder. Maar of Ferre dat allemaal gelooft... Vanaf ca. 10 jaar.
De beeldschone prinses Toermalijn zit opgesloten in een hoge toren. De ene ridder na de andere probeert haar te bevrijden. Zonder succes, ook al vinden ze zichzelf allemaal de beste en scheppen ze graag op. Maar ridder Onyx is anders dan alle andere ridders. Oblong prentenboek met sfeervolle, kunstzinnige illustraties. Vanaf ca. 5 jaar.
Rune vertrekt met haar moeder naar de kust. Ze ontmoet er de stille Simon, die een moeizame relatie met zijn ouders heeft. Ondanks hun verschillende karakters voelen ze zich tot elkaar aangetrokken. Dan krijgen ze slaande ruzie.
De schone slaapster wordt na honderd jaar uit zichzelf wakker. Ze stuurt de prins boze postbrieven. Hij antwoordt dat hij geen zin heeft om zijn leven voor haar te riskeren. Ze speelt op zijn gevoel.
Boze juffen lachen nooit en worden kwaad als je iets niet begrijpt. Gelukkig zij er ook blije juffen die lief zijn en veel voorlezen en die zien wat je allemaal durft. Soms heb je pech met een boze juf, maar gelukkig duurt het maar een jaar. Prentenboek met grappige kleurentekeningen. Vanaf ca. 4 jaar.
Een kleine man komt bij zijn ochtendwandeling een verbazingwekkende figuur tegen. Na een korte kennismaking blijkt het God te zijn. Samen brengen ze de dag door. Het wordt een ontmoeting om nooit te vergeten.
Sammy (13) woont bij zijn moeder, samen met zijn babyzusje Saartje. Zijn moeder heeft geen werk en kan niet goed voor hen zorgen. Sammy is bang dat hij uit huis geplaatst zal worden. Dan krijgt hij hulp van een oude man die aan de overkant woont. Vanaf ca. 13 jaar.
Er zijn lieve, norse, grappige en enge mensen. Maar er is er geen één zoals jij! Prentenboek met sfeervolle kleurenillustraties en poëtische tekst over verschillen en overeenkomsten van mensen. Vanaf ca. 5 jaar.
Na een grote wervelstorm heeft het land van Nine zijn kleuren verloren. Alles is grijs en niets heeft nog smaak. Dan vindt Nine een doos met kleurpotloden. Prentenboek met lieflijke illustraties in zwart-wit en kleur. Vanaf ca. 4 jaar.
In het land van de woordfabriek moet je de woorden kopen, en daarvoor heb je veel geld nodig. Hoe kan Florian nu aan Siebelle duidelijk maken hoe onuitsprekelijk lief hij haar vindt? Prentenboek met geschilderde illustraties. Vanaf ca. 4 jaar.
Een kleine pinguïn is erg verdrietig. Hij zou zo graag eens boven de wolken zweven, maar hij kan niet vliegen. De andere dieren uit de dierentuin willen hem opvrolijken. Oblong prentenboek met sfeervolle kleurenillustraties, dat halverwege gedraaid moet worden. Vanaf ca. 3 jaar.
Lowieze en haar oma Bonnie zijn dikke vrienden. Lowieze vindt het maar niets dat oma verliefd is op Kamiel, want nu moet ze Bonnie delen met een ander. Met gekleurde potloodtekeningen. Voorlezen vanaf ca. 5 jaar.
Uit de rommelkast van Rob (ik-figuur) komt een vreemd schepsel. Hij heet Pinocula en lijkt op een vampier en op Pinokkio. Zijn leugens brengen Rob in problemen. Met veel zwart-wittekeningen. Vanaf ca. 9 jaar.
Kleine Nico wou dat hij kon toveren. Dan kon hij als Super Nico opboksen tegen alle grote mensen en pestkoppen die hem lastigvallen. Hij zou ervoor zorgen dat Violet voor hem valt. Uiteindelijk beseft Nico dat hij Super Nico daarvoor helemaal niet nodig heeft.
