Een 16-jarig meisje weet niet hoe lang ze nog te leven heeft. Vanwege die onzekerheid biedt ze aanvankelijk weerstand tegen de toenadering van een jongen, die zelf kanker overwonnen lijkt te hebben.
Een dertienjarig meisje, dat haar leven lang al donor is voor haar iets oudere zus die aan leukemie lijdt, begint zich af te vragen hoe lang ze zich nog wil blijven opofferen.
In deze semiautobiografie voert de auteur een aantal personages op van wie de lezer het op de heupen krijgt, met wie hij sympathiseert, die hij graag nooit of ooit tegen het lijf zou lopen, en van wie hij zich afvraagt: bestaan ze werkelijk? Op deze vraag kan alleen de schrijver antwoorden. De belangrijkste personages zijn echter van vlees en bloed; het zijn het ik-personage, en Poppy en Eddie, zonder wie het ik-personage niet zou functioneren. Als de enige echte Poppy iets overkomt wat je niemand zou toewensen, is het aan Herman Brusselmans en Eddie om haar bij te staan tot ze weer de vrouw zal worden die in de ogen van haar geliefden niet alleen onvervangbaar is maar evengoed uniek, prachtig, en voor altijd eeuwig.
Autobiografie van een Amerikaanse neurochirurg die op 36-jarige leeftijd te horen kreeg dat hij uitgezaaide longkanker had en besefte dat het leven eindig is.
Dagboekaantekeningen over de bijzondere vriendschap tussen Annemie Struyf en haar hartsvriendin Magdalena, die samen een spirituele zoektocht ondernemen.
Als een ernstig zieke vrouw aan haar oncologe vraagt om diens man te mogen lenen tot haar sterven, ontstaat er tussen beide vrouwen een bijzondere relatie.
Wanneer een Amerikaan in Ierland op zoek gaat naar zijn familiegeschiedenis ontmoet hij een Ierse vrouw die haar op de klippen gelopen relatie probeert te verwerken.
Persoonlijk verslag door haar zoon en schoondochter over het laatste levensjaar van een negentigjarige vrouw, bij wie kanker werd geconstateerd, maar die niet voor behandeling koos en in plaats daarvan besloot een reis per camper door de Verenigde Staten te maken met haar familie.