Tuur bloost snel. Zijn klasgenoten pesten hem daarmee, aangevoerd door de sterke Paul. Eén meisje ergert zich aan het getreiter, maar ze durft er niet tegenin te gaan. Dan duwt Paul Tuur van het klimrek en vraagt de juf of iemand iets gezien heeft.
Op een middeleeuws kasteel hebben alle ridders baarden, behalve één. Wanneer de andere ridders op pad gaan om draken te doden of prinsessen te redden, blijft de ridder zonder baard thuis om de harnassen te poetsen en drakengehakt te maken. Wanneer een jonkvrouw op bezoek komt op het kasteel, bekvechten de ridders over wie de grootste held is. Boek op rijm.
Ricky, elf jaar oud en aspirant-uitvinder, droomt ervan om als eerste mens naar Titania te kunnen vliegen, een wereld die als een groene bol aan de hemel van Europia staat. Die droom brengt hem in een hachelijk avontuur.
Maikel en zijn vrienden worden geconfronteerd met vreemde verschijnselen: mensen verdwijnen of worden vermoord, de nieuwe leraar vertelt alleen maar negentiende-eeuwse gruwelverhalen, een nieuw computerspel houdt velen in de ban. Vampierenverhaal dat zich afspeelt in Brussel.
Oorlog. Twee putten. Twee soldaten. Elke dag één schot. De ander is de vijand, het monster dat vrouwen en kinderen vermoordt zonder reden. Over de zinloosheid van oorlog.
Barnaby, de jongste zoon van de familie Brocket, is heel anders dan de andere kinderen. Hij loopt niet, hij zweeft. Hij doet heel erg zijn best zich aan te passen aan zijn saaie, alledaagse familie, maar slaagt er niet in. Dan is zijn moeder hem zo zat, dat ze hem wegstuurt.
Frederik werkt al jarenlang op het Knipkantoor, waar hij nieuws uit de krant knipt en er stapeltjes van maakt. Op een dag stopt hij een uitgeknipt bericht stiekem in zijn broekzak. En dan gebeurt het. Frederik wordt kleiner en jonger. Hij wordt zo jong als een kind. Niemand herkent hem meer. 'Maar ik ben Frederik,' zegt Frederik tegen iedereen. De enige die luistert is het meisje Frommel. Kan zij Frederik helpen?
Jacques, een kleine mollige hond met een baret, heeft een briljant idee: hij gaat op vakantie en natuurlijk gaat zijn beste vriendje meneer Wiebelsok met hem mee. Naar het strand. Het wordt een groot avontuur met een zandkastelenwedstrijd, een haai en een echte schat!
Een kleine vis heeft een hoed gestolen van een grote vis. Hij denkt dat de grote vis niks heeft gemerkt en hem nooit zal kunnen vinden. Maar of dat echt zo is? Oblong prentenboek met eenvoudige illustraties in sobere kleuren. Vanaf ca. 4 jaar.
Violetta’s overleden moeder heeft ooit gezegd dat Violetta een uitzonderlijk meisje is, maar haar vader wil haar niet vertellen waarom. J.T., Violetta’s beste vriend, wil haar best helpen met het zoeken naar het antwoord, maar heeft zo zijn eigen vragen voor zijn ouders.
Bent, elf jaar, brengt de zomer door met zijn beste vriend Joeri. Wat ze alleen nooit zouden doen, durven ze wel als ze samen zijn. Na de zomer is er een nieuwe jongen op school. De komst van Finn heeft grote gevolgen voor hun vriendschap.
Emilie herkent zichzelf niet meer. Brandwonden hebben haar behoorlijk verminkt. Ze heeft ook erg veel verdriet, want de brand heeft haar vriend voorgoed van haar weggenomen. Het lijkt wel of het ongeval met de brand op de boot haar leven volledig verwoest heeft. Maar ze doet er alles aan om haar oude leven weer op te pakken.
De ouders van Acht, een meisje van acht, maken de hele tijd ruzie. Alle verzoeningspogingen van Acht ten spijt, vertellen ze haar op een dag dat ze uit elkaar gaan. Acht heeft het er lastig mee. Gelukkig zijn haar opa en oma in de buurt. Zij lijken wel te begrijpen wat er in haar omgaat.
Een boomhut zoals die van Andy en Terry heb je nog nooit gezien! Er is een bowlingbaan, een zwembad met reuzenhaaien, een geheim laboratorium en een machine die je overal volgt en snoepjes in je mond schiet als je trek hebt. Andy en Terry beleven er de dolste avonturen, want in hun boomhut is alles mogelijk.
Magnus kan niet slapen, want zijn hoofd zit vol enge geluiden. Gelukkig weet mama de drummende oorwurm, skie͏̈nde kikkers en andere lawaaimakers in zijn hoofd stil te krijgen. Prentenboek met dynamische kleurenillustraties en tekst op rijm. Vanaf ca. 4 jaar.
Wanneer Maantjes moeder even wegloopt om te telefoneren, springen er dertien blauwe hertjes uit de bloemenvaas. Ze noemen Maantje ‘Hertogin’ en verdwijnen even plotseling in de poster van een zee. Maantje wil haar moeder over de hertjes vertellen, maar haar broer Raf houdt haar tegen.
Jobs moeder koopt een kip, maar die legt geen eieren. Moeder geeft haar nog een week de tijd: als ze dan nog niks gelegd heeft, zal ze opgegeten worden. Job en de duif zoeken een manier om de kip een ei te laten leggen.