In 1742 verblijft de flamboyante 17-jarige Giacomo Casanova op Pasiano. Hij wordt er verliefd op de 14-jarige Lucia. Wanneer hij zoals beloofd, zes maanden later terugkeert om zijn liefde met een echte verloving te bezegelen, is Lucia verdwenen. Jaren later ontmoet Casanova haar opnieuw in een bordeel in Amsterdam. Ze is "niet alleen ronduit lelijk geworden, maar weerzinwekkend". Deze mislukte liefdesgeschiedenis, die te lezen valt in Casanova's beruchte memoires, vormt het uitgangspunt van Arthur Japins nieuwe semi-historische roman. Lucia vertelt het verhaal verder waar Casanova's woorden zwijgen en ontsluiert al terugblikkend de achterliggende motieven en de desastreuze gevolgen van haar vlucht.
Het dramatische, maar korte leven van Johann Friedrich Struensee (1737-1772), die als lijfarts van de krankzinnige Deense koning Christian VII zowel de alleenheerser van Denemarken wordt als ook de geliefde van koningin Caroline Mathilde.
In 1065 kijkt een honderdjarige terug op zijn leven, zijn avonturen, zijn omzwervingen, zijn vriendschap met keizer Otto III en bovenal zijn liefde voor boeken.
Aan de hand van brieven en documenten uit de 18e eeuw wordt een beeld gegeven van het leven van Charlotte Sophie von Aldenburg (1715-1800) en het leven in adellijke kringen in Nederland en Duitsland.
In het Amsterdam van 1659 probeert een joods-Portugese handelsman zich te mengen in de opkomende koffiehandel, maar zijn vrienden zijn niet wie ze lijken, zijn vijanden zijn talrijk en de Joodse Raad volgt hem met argusogen.
Een Franse edelman van lage adel vertegenwoordigt zijn land in de 18e eeuw op diplomatieke reizen, waarbij hij soms als vrouw gekleed gaat, en beleeft daarbij vele (amoureuze) avonturen.
Het dramatische, maar korte leven van Johann Friedrich Struensee (1737-1772), die als lijfarts van de krankzinnige Deense koning Christian VII zowel de alleenheerser van Denemarken wordt als ook de geliefde van koningin Caroline Mathilde.